Elke ref maakt het wel eens mee: een coach of iemand van de technische staf die de hele tijd loopt te protesteren op jouw beslissingen, na de wedstrijd nog even komt discussiëren, of ander wangedrag vertoont. Hoe ga je daar als ref mee om? Hoe geef je het beste een waarschuwing of een kaart? In deze post enkele tips!
Je merkt het meestal wel snel op, wanneer een trainer of iemand van de technische staf hevig staat te protesteren aan de zijlijn. Als het er echt over gaat, probeer ik altijd bij de eerstvolgende spelstilstand er even naartoe te gaan om de persoon in kwestie trachten te kalmeren. Wat altijd helpt, is dat je zelf als ref heel kalm en beleefd blijft, en lange discussies vermijdt. Ik probeer niet van de eerste keer al een kaart te geven, maar hiervoor wél nadrukkelijk te waarschuwen. Lukt het kalmeren niet, is geel of zelfs rood een goede oplossing. Het hangt ervan af of de persoon in kwestie al dan niet beledigende taal gebruikt, een racistische opmerking maakt of dergelijke, kan je ook ineens overgaan tot uitsluiting.
Onderstaand filmpje is een goed voorbeeld van hoe je zo’n mondelinge waarschuwing kunt aanpakken:
WK 2018: Marc Geiger geeft waarschuwing aan trainer Marokko
Nieuw seizoen, nieuwe doelen, en ook: nieuwe regels. Jaarlijks worden de spelregels geüpdatet door IFAB – International Football Association Board: dit om eventuele regels die vorig seizoen niet zo duidelijk waren of waar bijvoorbeeld veel commotie rond was, weg te werken en te vervangen door duidelijkere, concretere regels. In België moeten alleen de refs die volwassenen fluiten jaarlijks een spelregeltest doen, jeugdrefs moeten dat (voorlopig) niet.
De spelregels worden meestal al in juni gepubliceerd, omdat er dan al vriendschappelijke wedstrijden zijn onder profclubs. Hier worden die nieuwe regels dan al vaak toegepast. In augustus starten in België ook de meeste jeugdteams terug met trainen en vriendschappelijke wedstrijden te spelen, dus voor alle refs die nu nog niet bezig zijn is het uiteraard handig af en toe al eens het nieuwe spelregelboekje erbij te pakken. Op de site van IFAB kan je hier de papieren versie (in het Engels of een andere taal) bestellen, of je kan ook de app downloaden. Zoals altijd zijn het vrij kleine wijzigingen, maar je wilt het toch niet meemaken dat je een regel niet kent tijdens een wedstrijd?
Mochten jullie dus nog niet weten wat doen in deze vakantie, dan bij deze wel ;). Veel succes met de voorbereidingen!
There’s no good refereeing without excellent preparation and communication, so we learned from Bram Van Driessche, active in the Belgian Jupiler Pro League and FIFA-referee since 2019 (read the interview in Dutch here). What about some extra useful tips for us young referees, Bram?
YungRef: Being a good referee is all about making the right preparations – giving your team clear instructions and stressing good communication. How do you handle that? And which instructions do you give?
Bram: The most important job of a referee is to make sure we have the game under control, as a team. Therefore, in the week before a game, I always make a PowerPoint presentation in which I put as many details as I can: about the teams, of course, but also about individual key players. I also try to put clips from previous games in. Basically, everything that helps us get a better view on the teams goes into this PowerPoint. On top, I put in details on how I think we should communicate. Then, on game day we take some time to run through the whole presentation.
YungRef: How do you make sure you communicate fluently with your team?
Bram: It’s also something you should discuss in advance. For instance, you should agree on when to use your beeper flags, or about which situations your assistants should and should not raise their flag for fouls in their area. And as far as the headset goes: discuss beforehand how you will communicate during certain situations – like: offsides, goals or mass confrontations.
YungRef: What do you consider to be the best way to talk effectively with players and coaches during the game?
Bram: To me, it’s quite important to be accessible to players. If they want to ask something during the game: no problem. And we don’t have to be stern and serious all the time: adding humor or a little joke here and there may help, and players usually appreciate that. As long as it stays amicable and respectful. When players drop their level of respect, it’s time for you to become stricter in your way of communicating, too.
YungRef: Not many people realise how important the role of the fourth official is during a game. As someone who has had quite some experience with it, do you deal with rowdy players’ benches during difficult situations?
Bram: It’s true: people often underestimate this job. As a main referee, you need to be in control of twenty-two players. That’s quite a lot, but as a fourth official you basically take the heat from a multitude of people: coaches, players and dozens of other personnel. Then again, you should keep a low profile, to avoid too much protest. It’s not forbidden to explain decisions of the main referee to coaches – if they ask you politely (laughs). You also need to talk to them in a humane way, while keeping your emotions under control. Again: it’s all about mutual respect.
YungRef: Finally: any general recommendations for referees?
Bram: Simple:just try to have fun with this fantastic job. Also: be physically prepared, because modern football asks for it. If you’re young and ambitious: prepare to get more and more athletic. Be confident during games, but make sure you know every law of the game by heart. Be ambitious, but never forget to stay realistic: do everything step by step!
In juli schreef ik een blogpost over hoe je je badge op je shirt bevestigt – met dubbelzijdige tapijttape dus, maar veel verder ging ik er niet op in. In onderstaande video demonstreer ik hoe je die tape makkelijk en zonder veel moeite kan aanbrengen:
Mocht je zelf ook zo’n rolletje tape willen: je vindt hem hier:
Rule number one when you want to be a good referee: be in excellent shape. It’s a lot of hard work, of course. How does our new Belgian female FIFA-referee Caroline Lanssens, who referees in the first women’s division, stay in shape? And does she have some useful tips to share?
Foto: Sportpix/David Catry
YungRef: What does your training routine look like? How do you combine field trainings with running sessions and the occasional day of rest?
Caroline: Variation is key. Most often, games occur during weekends, so it’s important to train enough during the week. But you don’t want to do the same thing over and over again – that’s too boring. And it’s also important to have different training objectives: low and high intensity, CORE, strength, they’re all important. If you overload certain muscle groups, you risk injuries. That being said, in a regular week I do two high-intensity sessions, a few flexibility, core and stability sessions, one speed session the day before my game and one after-game recovery session.
YungRef: Which type of exercises do you recommend on a pre-match day?
Caroline: Personally, I always do some agility exercises: fifteen to twenty sprints, alternated with walking. They’re perfect for focusing on my maximum speed and changes of direction. A game-preparation training should take less time than a normal training session. The day before a game, heavy exercises are definitely not recommended, as you have to be in shape for the next day.
YungRef: How often should you test your physical condition? Is it okay to do this more than once?
Caroline: The female referees of the Super League do one fitness test every season, but I sometimes add tests to my own training sessions. It’s hard to recommend a specific number of tests to someone else, as it all depends on your age and your level of refereeing. Yet, a lot can be said for taking those tests more than once in a season. You immediately know how well your physical condition is, and what still needs to be improved.
YungRef: Last one: what’s your biggest tip for referees who just started?
Caroline: Actually, the same as I said before: variation. Try different types of training sessions during the week. Even when it’s another sport: for example, do a swimming or a squash session. For the refs who are still playing football themselves, football training is of course also great. Later you can start with different running sessions, like low intensity or interval and agility sessions on the field. And besides that: surround yourself with nice colleagues, get involved in a great referee association, and have fun with your games!
Thanks for sharing, Caroline, they’re all very useful. And good luck with your career, too!
Check the interview I did with Caroline Lanssens here.
Als je een collega live of op TV een toss ziet uitvoeren, lijkt het altijd supereenvoudig. Je gooit gewoon je muntje op en klaar, toch? Niet dus: er zit veel meer achter. Ik heb er in het verleden best wat fouten tegen gemaakt. Oké, geen wedstrijdbepalende, maar ik hou er toch van als alle details goed zitten. In deze post: hoe voer je een correcte toss uit voor de wedstrijd?
De toss vlak voor Kontich FC – Hove Sport u17 eerder dit seizoen
Na de schoencontrole van de spelers is het meestal tijd om het veld op te gaan. Best ruim op tijd, want de teams moeten vaak nog hun opwarmspullen opruimen en de opstellingen overlopen, en je wil natuurlijk op tijd beginnen.
Ik loop altijd naar de middenstip voor de toss, en die gaat er als volgt aan toe: ik ga met mijn gezicht naar de dug-outs staan. Zodra de aanvoerders bij me staan, schudden we elkaar allemaal de hand. Ik laat dan de bezoekende partij de kant van de munt kiezen, die ik vervolgens opgooi. De kant die vanboven ligt en dus de toss wint, mag kiezen: de aftrap of de speelhelft. Trouwens: als je de munt kan vangen, zo veel te beter. Laat je hem toch op de grond vallen, dan pak je hem best pas op als de toss voorbij is. Zo hoef je niet te buigen voor de aanvoerders – een goede tip van een opleider! Als de toss voorbij is, kruis ik nog even op mijn notitiekaart aan welke ploeg aftrapt om misverstanden later te vermijden.
Even een filmpje ter verduidelijking:
Hoe voeren jullie de toss uit? Laten jullie hem gewoon op de grond vallen of niet?
Nog vragen over de toss of nog extra tips? Laat ze zeker achter in de comments of laat het weten in een dm op mijn Instagram.
Onlangs ruilde ik scheidsspullen met een collega uit Japan: in het pakje dat hij me stuurde, vond ik drie badges van de nationale voetbalbond, twee ‘respect’-badges en een kaartenset met behalve een gele en een rode ook een groene kaart. Die laatste had ik nog nooit gezien.
Toen ik het even bij mijn Japanse collega navroeg, bleek die groene kaart gebruikt te worden voor de promotie van fair play tijdens de wedstrijd. Het is te zeggen: bij u12-wedstrijden, want volgens de Japanse voetbalbond JFA moeten kinderen op die leeftijd gaan beseffen dat in voetbal gerust wat emoties mogen zitten, maar dat het toch ook vooral een gezellig spel moet zijn. Dus: spelers die fair play tonen, krijgen een groene kaart van de ref.
En met fair play bedoelt de JFA:
de regels van het spel goed begrijpen (en snappen dat die regels er zijn om de spelers te beschermen)
de scheidsrechter(s) én tegenstrevers respecteren
Maar wanneer trekt de ref nu precies zo’n groene kaart? Simpel: als een speler …
het spel zelf stillegt bij een blessure van een tegenstander
een goede houding toont tijdens de match
toegeeft dat de bal bijvoorbeeld over de achterlijn ging en het dus corner is …
voorkomt dat ploegmaats zich slecht gedragen
excuses aanbiedt of een hand schudt na een onbedoelde overtreding.
Als de scheidsrechter merkt dat de teams echt aandacht besteden aan één of meer van deze vijf criteria, dan kan hij na het laatste fluitsignaal zijn groene kaart tonen aan de bank van dat team. Het is dus zo’n beetje te vergelijken met fair play-punten die bij ons wel eens op toernooien worden gegeven.
Zouden jullie dit ook graag zien in onze competities? En waarom (niet)? Laat zeker iets achter in de comments. Meer info over fair play en de groene kaart in Japan vind je op de JFA fair play-pagina.
Hij werd al gebruikt in het profvoetbal, maar langzaam meer en meer ook in het amateurvoetbal: de vanishing spray. Je weet wel: die spuitbus die refs gebruiken om de muur op afstand te houden bij een vrije trap. Daarover gaat de negende aflevering van ‘Tips voor matchdag’, die je hieronder kan bekijken:
Het populairste merk van vanishing sprays is een Belgisch: Expoline, fabrikant van allerlei voetbalmaterialen zoals doelen, netten en dergelijke. En dus ook van die vanishing spray. Refs in landen als Spanje, Frankrijk en Engeland gebruiken hem, maar uiteraard ook die in Europese competities zoals de Champions League.
Je kan op de officiële site van Expoline zelf sets aanschaffen, bestaande uit sprays en een speciale houder. Maar uiteraard kan je ze ook apart kopen.
Wél belangrijk voor Belgische refs: je mag de spray pas gebruiken vanaf het moment dat je eerste elftallen in competitievorm fluit, of bij sommige toernooien. En wat met jeugdvoetbalwedstrijden? Dan laat je hem maar beter thuis, want daar mag het nog niet.
Nog vragen over de spray? Tips hoe/wanneer/waar je hem het best kan gebruiken tijdens de wedstrijd? Laat zeker een reactie achter in de commentaren. Tot gauw!
De International Football Association Board of IFAB houdt zich niet alleen bezig met de regels van het voetbal, op hun Facebook geven ze ons scheidsrechters ook wekelijks advies over hoe je diezelfde regels concreet moet hanteren. Bijvoorbeeld: hoe je een speler verbaal moet waarschuwen, of hoe je een groep spelers kalmeert bij een opstootje. Speciaal voor deze post heb ik er een paar uitgepikt die ik graag kort bespreek.
Fase 1: Wat te doen bij een bloedende speler?
Elke ref maakt het wel eens mee: een speler die – al dan niet ongewild – een slag krijgt en begint te bloeden. Hoe moet je dan optreden? Het antwoord is erg simpel: ervoor zorgen dat de speler zo snel mogelijk het terrein verlaat en een blessurebehandeling krijgt. Hij mag pas terug het veld op wanneer hij niet meer bloedt. En dan moet hij wel nog wachten op jouw signaal voordat hij het veld terug op mag. Doet hij dat niet, dan moet je hem bestraffen met een gele kaart voor het betreden van het veld zonder toestemming.
Fase 2: Hoe treedt de ref op bij verbale agressie van spelers?
Wat doe je precies als spelers protesteren? Of erger: als ze zich agressief opstellen tegenover één van de refs? Dan zijn er twee mogelijkheden: protesteert een speler met een wegwerpgebaar of cynisch applaus, of roept hij iets onaangenaams, dan toon je meteen een gele kaart. Vertoont de spelers echt agressief gedrag – slaat hij de ref of probeert hij die te slaan, of loopt hij tegen hem aanlopen, dan is het verdict: uitsluiting.
Fase 3: Mag de ref een snel genomen vrije trap toelaten als hij een gele/rode kaart moet geven? En wanneer moet hij die kaart dan trekken?
Zeldzaam, maar toch een hele interessante: mag de ref een snel genomen vrije trap toelaten als hij een kaart moet trekken?
Het is eigenlijk vrij simpel: het mag enkel als
– de tegenpartij een vrije trap kan nemen waaruit een open scoringskans kan volgen,
– de handeling van de ref nog niet is gestart, met andere woorden: als de ref zijn kaart nog niet vastgenomen heeft,
– de bal ineens op de juiste plaats ligt,
– er geen blessurebehandeling moet volgen,
– de tegenpartij voldoende afstand houdt.
Als dat allemaal goed zit, mag de vrije trap inderdaad snel genomen worden. De ref moet de kaart dan trekken bij de eerstvolgende spelstilstand.
Dit waren nu maar drie praktische gevallen die IFAB postte. Het is zeker de moeite om hun Facebookpagina af en toe te checken, want je kan er regels snel en efficiënt opfrissen.
Het lijkt simpel, maar voor een scheidsrechter is het van essentieel belang: een goede wedstrijdvoorbereiding. Je maakt het jezelf veel gemakkelijker als je op voorhand (deels) weet wat je van beide teams kan verwachten. De match kan uiteraard altijd helemaal anders lopen, want in voetbal kan alles. Niettemin: in deze post laat ik jullie zien hoe je een goede voorbereiding doet.
Praktische info
Wanneer je je aanduiding krijgt, is het altijd eerst goed om alle praktische info even op een rijtje te zetten: de datum, het uur van aanvang, de locatie, noem maar op. Als je dan bijvoorbeeld nog vervoer moet regelen, kan je dat ruim op voorhand doen en hoef je daarover niet meer te stressen.
Wie zijn die ploegen juist?
De dag voor de wedstrijd kan je je concrete voorbereiding doen. Ik schrijf bijvoorbeeld alle nuttige info op in een speciaal boekje. Die neem ik eerst voor de tweede keer nog even door. Daarna duik ik dieper in de wedstrijddetails. Om jullie een beter beeld te geven: een voorbeeld hieronder.
Ik bekijk sowieso beide teams even in detail: hun eerdere resultaten, hun plek in het klassement, of ze veel kaarten hebben gepakt enzovoort. Zo probeer ik een goed beeld te krijgen van de spelers met wie ik morgen op het veld sta. Als ze in de voorbije wedstrijden veel kaarten hebben gepakt, kan je daaruit afleiden dat ze wel eens stevig kunnen spelen. Als ze per wedstrijd gemakkelijk tien doelpunten slikken, weet je dat hun defensie misschien veel gaten laat. Maar dan ben je er wel op voorbereid, en weet je dus deels wat te verwachten. Maar zoals ik al eerder zei: de wedstrijd kan alsnog totaal anders verlopen.
Werkpunten
Als laatste overloop ik mijn werkpunten uit de vorige match (zie foto) nog even. Als ik een nipte offside gemist heb, of mijn handsignalen waren soms niet duidelijk genoeg, dan lijst ik die even op. Een halfuurtje voor de aanvang van mijn nieuwe wedstrijd overloop ik ze even opnieuw, zo zitten ze weer fris in mijn geheugen voor de aftrap.
Heb jij ook nog een paar tips voor goede wedstrijdvoorbereiding te maken? Deel ze vast en zeker in de commentaren of via mijn Instagram. En mocht je nog vragen hebben, laat mij het gerust even weten. Tot snel!
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.