“Plots stond ik langs de lijn tijdens UEFA-toernooien.” Interview met Alex Verstraeten, ref-instructeur en ex-assistent van Frank De Bleeckere

Het is ondertussen al meer dan tien jaar geleden dat er nog eens een Belgisch refteam tot de absolute Europese én wereldtop behoorde. De hoofdref van dat team – Frank De Bleeckere – is nog altijd actief bij de voetbalbond en als referee observer voor de UEFA, maar ook voor zijn assistent Alex Verstraeten is het nog al voetbal wat de klok slaat. Als hoofdinstructeur bij Voetbal Vlaanderen is Alex niet alleen verantwoordelijk voor de cursussen in de provincie Oost-Vlaanderen, hij geeft ook technische sessies aan refs op het provinciale niveau. En hij is bovendien UEFA delegate bij KAA Gent.

YungRef: Hoe ben je in de arbitrage gerold?

Alex: Op mijn zestiende begon ik te voetballen voor KAA Gent, maar twee jaar later was het over en uit: ik bleek een serieuze botafwijking te hebben, waardoor voetballen zelf steeds lastiger werd. ‘Waarom geen scheidsrechter worden?’ vroeg iemand me. En daar had ik wel oren naar. Ik was negentien toen ik officieel scheids werd, na een cursus in Gent.

YungRef: We kennen jou natuurlijk vooral als assistent, eerder dan als hoofdref. Wanneer ben je dan overgestapt?

Alex: Het zat zo: vroeger kon je niet zo snel en makkelijk doorgroeien als ref. Het was zo goed als onmogelijk om ploegen te fluiten met spelers die ouder waren dan jezelf – dat is toch echt een pak verbeterd, moet ik zeggen. Nu ja: ik wist ook toen als scheidsrechter al door te groeien tot tweede nationale.

In de jaren 1980 was er veel minder aandacht voor assistenten dan vandaag, maar daar kwam verandering in na een paar grandioze fouten op een EK – de UEFA zag toen in dat de lat voor assistenten een stuk hoger moest. Alleen: er waren nog niet genoeg topassistenten, dus de nationale voetbalbonden stimuleerden beloftevolle refs om meteen voor de lijn te kiezen. Omdat ik zelf af en toe vlagde, en het me ook best goed afging, kreeg ik dus ook de vraag: ‘Geen zin om te vlaggen in eerste klasse?’

Meer nog: ik werd meteen FIFA-assistent, en algauw reisde ik met het team van Serge Gumienny naar UEFA-toernooien in Griekenland en Zweden.

YungRef: Je belandde dan bij het team van Frank De Bleeckere, die als ref hoger in de UEFA-ranking stond dan Gumienny. Was dat een hele aanpassing?

Alex: Meer dan ik had gedacht, ja.

Het zat zo: ik was de tweede reserve-assistent op Franks lijstje. Vlak voor het WK in 2006 slaagde een van Franks vaste assistenten niet voor de fysieke testen, waardoor Walter Vromans in de plaats mee mocht – hij was de eerste reserve. Maar toen ook Vromans na een tijdje afhaakte, was het mijn beurt.

Het was natuurlijk geweldig, maar ik moest wel een tandje bijsteken. Franks team floot belangrijke wedstrijden, zoals Champions League-duels en internationale wedstrijden. En hoe beter het niveau, hoe groter de druk en de verwachtingen. Er waren ook meer camera’s, dus plots keek iedereen over mijn schouder mee – daar kon ik wel goed mee om. En na verloop van tijd raak je er meer aan gewend.

Alex samen met Pierluigi Collina

YungRef: Wat was het hoogtepunt van je carrière?

Alex: Zonder twijfel de halve finale tussen Spanje en Rusland op het EK 2008, in het Ernst Happel Stadion in Wenen. Ik heb daar een heel lastige buitenspelfase correct beoordeeld, en onze teamprestatie was volgens onze observers fantastisch. Zelf kreeg ik een 8.5, een quotatie die de dag van vandaag ‘zeer goed’ betekent. En dan die sfeer in het stadion, echt machtig! 50.000 toeschouwers, onder wie mijn familie – uitgenodigd door UEFA. Ook de wedstrijd zelf was van een ongelofelijk niveau: echt eentje om nooit te vergeten, dus.

YungRef: Je bent momenteel actief als hoofdinstructeur bij Voetbal Vlaanderen. Was dat iets dat je altijd al wilde doen, dat coachen van jongere refs?

Alex: Eigenlijk wel. Ik ben eerst tien jaar observer geweest in de Jupiler Pro League, maar daar is je rol eerder beperkt: je evalueert, in plaats van op te leiden of te coachen. Die refs zitten al op een serieus niveau, dus je beoordeelt vooral of hun beslissingen juist waren of niet.

Jongere refs uit de provinciale kan je nog meer bijsturen en tips geven over hun werkpunten. Ik werk sowieso graag met jonge mensen, omdat ik die nog echt kan bijbrengen hoe ze de dingen moeten aanpakken. Ik focus vooral op hun zelfreflectie: ze moeten zich héél bewust zijn van waarom ze deze of gene beslissing genomen hebben.

YungRef: Je bent ook nog UEFA-afgevaardigde bij KAA Gent. Wat houdt die rol precies in?

Alex: In feite ben ik verantwoordelijk voor de UEFA-refs tijdens hun verblijf in Gent: ik ga ze ophalen in Zaventem en regel hun hotel en restaurants. En als ze nog graag een stukje van de stad of de streek willen zien, dan zorg ik daar ook voor. Tijdens de wedstrijd ben ik de contactpersoon tussen de teams en de refs. Het evalueren van de scheidsen is dan de taak van de UEFA-observer, maar ik zit er meestal wel naast – het gebeurt wel eens dat we overleggen of een bepaalde beslissing al dan niet correct was. Ook na de wedstrijd praat ik met het refteam wel eens na.

Ik heb dit trouwens niet alleen voor KAA Gent gedaan, maar ook voor de Rode Duivels en Zulte Waregem. En dan kom je al eens refs tegen die je misschien kent: Herbert Fandel (Duitse ref die ook op het EK 2008 floot), Daniele Orsato (de huidige Italiaanse nummer één) en Chris Kavanagh uit Engeland.   

Team Orsato bereidt zich voor op KAA Gent – Valencia in 2015

YungRef: Als laatste vraag: welke gouden tip heb je nog voor jonge refs?

Alex: Zoals ik eerder zei: zelfreflectie is heel belangrijk. Je moet in de spiegel kunnen kijken  en weten waarom je een bepaalde beslissing hebt genomen, wat de impact ervan is, wat je anders had gedaan enzovoort. Ten tweede: kijk enkel naar jezelf. Ga jezelf niet nodeloos vergelijken met collega’s, en trek je niks aan van de punten die zij krijgen – voor je ’t weet, ben je aan het piekeren of discussiëren over waarom iemand anders meer punten heeft gekregen. En uiteraard: blijf hard werken en trainen, en sta open om bij te leren.

Wat Alex verder nog liet vallen: dat je in de sport ook veel geluk moet hebben om aan de top te geraken. Hij heeft het zelf ondervonden: als die twee assistenten vóór hem niet hadden afgehaakt, had hij de top misschien nooit bereikt. Hartelijk dank om me te woord te staan, Alex: een hele eer!

Handig voor het opstellen van de muur: over de vanishing spray

Hij werd al gebruikt in het profvoetbal, maar langzaam meer en meer ook in het amateurvoetbal: de vanishing spray. Je weet wel: die spuitbus die refs gebruiken om de muur op afstand te houden bij een vrije trap. Daarover gaat de negende aflevering van ‘Tips voor matchdag’, die je hieronder kan bekijken:

Het populairste merk van vanishing sprays is een Belgisch: Expoline, fabrikant van allerlei voetbalmaterialen zoals doelen, netten en dergelijke. En dus ook van die vanishing spray. Refs in landen als Spanje, Frankrijk en Engeland gebruiken hem, maar uiteraard ook die in Europese competities zoals de Champions League.

Je kan op de officiële site van Expoline zelf sets aanschaffen, bestaande uit sprays en een speciale houder. Maar uiteraard kan je ze ook apart kopen.

Wél belangrijk voor Belgische refs: je mag de spray pas gebruiken vanaf het moment dat je eerste elftallen in competitievorm fluit, of bij sommige toernooien. En wat met jeugdvoetbalwedstrijden? Dan laat je hem maar beter thuis, want daar mag het nog niet.

Nog vragen over de spray? Tips hoe/wanneer/waar je hem het best kan gebruiken tijdens de wedstrijd? Laat zeker een reactie achter in de commentaren. Tot gauw!

Het ene fluitje is het andere niet: over het belangrijkste accessoire van de ref

Het belangrijkste accessoire van de scheidsrechter? Het fluitje, natuurlijk. Maar het ene fluitje is het andere niet: er zijn veel verschillende types, elk met hun aparte eigenschappen. Ik bespreek de bekendste kort in deze post.

Fox 40

Fox 40 is een Canadees merk van scheidsrechterfluitjes en accessoires. Het bedrijf startte in 1987 met het maken van fluitjes zonder kogeltje in. Ze zijn nu megapopulair onder alle refs: vraag een willekeurige scheids in een willekeurige klasse met welk fluitje hij of zij fluit en de kans is groot dat ze de Fox 40 noemen. Ook de allergrootsten kiezen er nog vaak voor: Daniele Orsato, de ref die de laatste Champions League-finale tussen Bayern München en PSG floot, zweert bijvoorbeeld bij de Classic. (Welk tenue hij ook draagt, hij fluit altijd met een fluogeel exemplaar.)

Orsato fluit altijd met de fluogele Fox 40 classic

Het merk heeft een breed gamma met allerlei verschillende types: je hebt bijvoorbeeld de Fox 40 Classic – de meest gebruikte – maar er is ook de Sonik Blast, de Eclipse en de Titan. Die laatste is recent op de markt gebracht, en is uit titanium gemaakt. Hierbij al even hun site:

FOX 40 international

Hoe de Fox 40 Classic klinkt, kun je hier beluisteren: FOX 40 Classic geluid

De Fox 40 classic (fluogeel) en de classic CMG (zwart)

Molten

In de wereld van het basketbal en het volleybal is Molten vooral gekend voor zijn kwaliteitsvolle ballen, maar ook hun fluitjes zijn top. De Molten Valkeen is er één van: deze is ook zeer populair onder de scheidsrechters van over de hele wereld. Onder anderen Björn Kuipers en Antonio Mateu Lahoz gebruiken hem.

De Molten Valkeen is ook mijn favoriet. Het heeft een erg scherp geluid, het klinkt wat schriller dan de Fox 40, maar je kunt er meer nuance in leggen. Het komt kalmer en minder agressief over, zo lijkt wel. Eén korte fluitstoot en spelers weten meteen wat er aan de hand is. Kortom: hier zit een grote fan.

Het is ook het fluitje met het knapste achterliggende verhaal. De merknaam Valkeen heeft zijn naam te danken aan de Walkure – Valkyrie in het Engels, een godin van de oorlog uit de Noordse mythologie die dappere krijgers achtervolgt. Maar Valkeen is ook een samentrekking van het Nederlandse woord valk en het Engelse woord keen (scherp): hét hulpmiddel voor hij die met een scherpe arendsblik naar het veld kijkt, zeg maar.

Hoe de Molten Valkeen klinkt, kun je hier beluisteren: Molten Valkeen geluid

De Molten Valkeen: luid én scherp

Acme

Acme is het oudste merk van de drie: dit Engelse bedrijf is al actief sinds 1870. Ook zij hebben best een uitgebreid gamma aan fluitjes, waarvan de Tornado 635 en de Tornado T2000 de bekendste zijn. De Tornado 635 (rechts op de foto) is vooral populair in Oost-Europa en Amerika, de T2000 wordt nog steeds veel in Nederland gebruikt.

Ook ik heb ze in mijn collectie, maar ik gebruik ze niet zo vaak. Ik hou gewoon net dat tikje meer van de klank van de Fox en de Valkeen.

Hoe de Acme klinkt, kun je hier beluisteren: Acme Whistles

De Acme T2000 (links) en de Acme Tornado 635 (rechts)

Luid, luider, luidst

Fluitjes moeten luid klinken: het is de bedoeling dat iedereen je heeft gehoord als je een signaal geeft – spelers én toeschouwers. Maar hoe luid klinken die fluitjes die ik hierboven besprak nu eigenlijk? De Australische scheidswinkel Refsworld heeft er eens een mooi overzicht van gemaakt.

Een stoot op de Fox 40 geeft 124,3 decibels: dat is luider dan de pieken tijdens een muziekconcert. De Molten Valkeen is de luidste van allemaal: 127,6 decibels, dat is zelfs voorbij de pijngrens – het kan dus pijn doen aan de oren als je er te hard op fluit. Maar als je in een vol stadion met tienduizenden schreeuwende fans fluit, heeft iedereen je wél gehoord.

(bron: https://www.refsworld.com/)

Accessoires

Hoe draag je dat fluitje nu rond op het veld? Daar zijn verschillende manieren voor. De ene scheidsrechter houdt het de hele wedstrijd lang vast in zijn hand, de andere gebruikt een koordje of iets dergelijks. Een handig accessoire is de Flip Grip: een T-vormig hulpstuk in rubber dat je aan het fluitje bevestigt en waar je je vingers tussen steekt. Ik gebruik dit vaak met mijn Fox Classic of Valkeen – je moet het fluitje niet extra vastklemmen in je hand, het blijft gewoon makkelijk hangen, maar je kunt het toch altijd vlot hanteren.

De Flip Grip bij de Valkeen en Fox 40 classic

Verder heb je nog koordjes en verschillende soorten ringen die ervoor zorgen dat je het fluitje niet verliest in volle actie. Want dat moet je natuurlijk vermijden…

Wat is jullie favoriete fluitje? En bij welk accessoire zweren jullie? Laat het gerust weten in de commentaren.