‘Je beslissingen uitleggen: dat zorgt altijd voor meer begrip bij spelers, staf en supporters’: scheidsrechter en opleider Sander de Brito Roque over het Nederlandse amateurvoetbal

Over de arbitrage in het Nederlandse jeugd- en amateurvoetbal en de scheidsopleidingen daar leerde ik alles van mijn bloggende collega Jan ter Harmsel alias Dutchreferee (herlees het interview hier). Maar hoe gaat het er eigenlijk aan toe in de hogere divisies? Even bellen naar Sander de Brito Roque, scheidsrechter in de Nederlandse Derde Divisie en de Jack’s League én hoofdopleider voor beginnende refs. Hij stond me al te graag te woord.

YungRef: Je fluit in twee verschillende competities: de Derde Divisie (denk: de Belgische derde amateurklasse) en de Jack’s League (onze eerste amateurklasse). Hoe interessant zijn die?

Sander: Héél erg, het is echt een prachtig niveau om te fluiten. De teams kunnen niet promoveren of degraderen, de scheidsrechters kunnen alleen niet promoveren. Ze kunnen dus niet rechtstreeks promoveren naar het profvoetbal van de Keuken Kampioen Divisie (tweede klasse) en de Eredivisie (eerste klasse): ze kiezen heel bewust voor dit niveau. Maar het is zeker niet minder leuk: de teams spelen op een degelijk niveau, en dankzij de vele supporters is er altijd ontzettend veel ambiance op de tribune – voor sommige derby’s zijn ze zelfs met vele duizenden. En dat alle wedstrijden ook nog eens op tv uitgezonden worden, maakt de beleving helemaal compleet!

YungRef: Je bent ook hoofdopleider bij de Nederlandse voetbalbond KNVB. Wat houdt je functie in?

Sander: Toen ik negen jaar geleden startte, was ik verantwoordelijk voor de opleiding van de beginnende scheidsrechters. Vandaag ontferm ik me over het talententraject van de KNVB, met het oog op doorstroming naar de Keuken Kampioen Divisie en de Eredivisie. En dat lukt aardig: Marc Nagtegaal fluit momenteel in de Eredivisie, Luca Cantineau is dan weer actief in de Keuken Kampioen Divisie – ze zijn allebei bij mij op cursus geweest. Maar eigenlijk ben ik nog trotser op het feit dat ik al wat oudere refs heb kunnen opleiden die met veel plezier fluiten in de Jack’s League.

YungRef: Je bent een paar jaar geleden als KNVB-opleider naar de Caraïben geweest om refs te coachen. Hoe ging dat?

Sander: Dat waren echt machtige ervaringen. In Suriname en Aruba deed ik technische sessies met de refs en coachte ze tijdens wedstrijden.

Het grappige was: toen ik arriveerde, vielen hun ogen bijna uit hun kassen. Ze hadden namelijk een witte vijftiger verwacht, geen jonge gast zoals ik (lacht). En ze werden helemaal gék toen ze mijn KNVB-kleding zagen met het leeuwenlogo op – zo officiéél, man! Het was een hele fijne groep: heel leergierig, wat sowieso de max is voor een opleider. Dat ik gewoon op mijn gemak Nederlands kon praten tijdens de sessies was ook mooi meegenomen.

In Suriname stond er toevallig een belangrijke derby op het programma die zou worden gefloten door de enige FIFA-scheids die het land rijk is. Maar toen ze mij bezig zagen tijdens de sessies hebben ze van die FIFA-ref snel de vierde official gemaakt – ik mocht hoofdscheids zijn. Daar zei ik natuurlijk geen nee tegen.

Ze hadden me ingeprent dat het geen makkelijke wedstrijd zou worden, maar daar was niet veel van te merken: na een halfuur stond het al 0-3, en de algemene intensiteit was vrij laag. Het enige wat ik écht gek vond: op een bepaald moment beging een speler vlak naast de lijn een zware overtreding – naar Nederlandse normen was dat rood. Maar de overtreder schudde de getackelde speler rustig de hand en niemand van de staf en supporters gaf een krimp! Nou, toen leek een rode kaart me plots heel overdreven, dus gaf ik maar geel. Even later ging op dezelfde plek de bal over de zijlijn en claimde de thuisploeg de bal. Ik oordeelde: voor de tegenpartij. Wel, toen werden ze op de bank en in de tribune helemaal gek. Best raar, in Nederland zou het net andersom zijn.

Sander in actie op Suriname

YungRef: Ik las op Instagram dat je binnenkort een nieuwe uitdaging aangaat – iets op de Caraïben?

Sander: Op 1 februari start ik bij een sportconsultancybureau, en specifiek ga ik twee projecten van de voetbalbonden op Aruba en Bonaire in goeie banen leiden. Dankzij subsidies konden ze daar extra medewerkers aannemen, en die ga ik opleiden. Het is te zeggen: ik ga ze niet vertellen hoe ze trainingen moeten geven, maar ik ga ze wél helpen om bijvoorbeeld meer meisjes te overtuigen om ook te gaan voetballen, of om scheidsrechters aan te trekken. Met dat laatste heb ik toevallig wel een beetje ervaring. Ik ga de job trouwens doen vanuit Nederland, maar ik ga natuurlijk wél af en toe naar ginder.

YungRef: Ik zag dat je goed bevriend bent met een paar scheidsrechters uit jullie hoogste klasse. Jullie trainen zelfs regelmatig samen.

Sander: Klopt. Er is in Nederland sowieso een heel goeie band tussen de amateur- en de eliterefs, maar het helpt natuurlijk ook al je samen opgroeit. Zoals met Clay Ruperti, die in de Keuken Kampioen Divisie fluit en als VAR internationale wedstrijden begeleidt: we woonden als kind bij elkaar om de hoek, zijn samen beginnen fluiten en promoveerden bijna elk jaar tegelijkertijd. Ook Eredivisie-scheids Jeroen Manschot komt hier wel eens over de vloer. En ja, dan is samen trainen ook gewoon leuk.

YungRef: Ik zag jou voor het eerst in actie in een filmpje op YouTube, tijdens een hevig opstootje in de wedstrijd Katwijk–Kozakken Boys: je stuurde toen een speler en een coach van het veld. Kan je wat meer vertellen over die beslissing?

Sander: Er hoort wat context bij: Katwijk en Kozakken Boys hadden een seizoen eerder een heftige wedstrijd gespeeld als de nummers één en twee van het klassement. Ze hadden maar één puntje verschil, en wie won zou kampioen spelen. Een zeer bewogen partij: Kozakken Boys troffen vaak het doelkader, Katwijk viel in het slot met tien man door een rode kaart, de ref moest tijdens de match vervangen worden vanwege een blessure. Eindstand 0-0 en Katwijk werd kampioen.

Ik floot Katwijk – Kozakken Boys op de tweede speeldag van het nieuwe seizoen: al die emoties en frustraties van de vorige keer waren dus nog lang niet weggeëbt. Ik voelde het vanaf de eerste minuut, maar ik had de wedstrijd prima onder controle.

Tot dat ene moment: de bal rolt over de zijlijn, de kapitein van Katwijk wil graag de ingooi snel hernemen maar wordt vastgehouden door de coach van Kozakken Boys. Daarop ontstaat er duw- en trekwerk – mij leek het verstandig om alles zo’n beetje van op afstand te bekijken. Ik heb dan maar besloten om de wedstrijd een kwartier te staken en de disciplinaire straffen in de catacomben te geven, om nog meer commotie op het veld te vermijden. Het verdict: rood voor kapitein Susan van Katwijk én voor trainer Cornelissen van Kozakken Boys.

YungRef: Je hebt je beslissing achteraf toegelicht tijdens een interview. Welke voordelen zie je daar in?

Bekijk hier het interview met Sander na VV Katwijk – Kozakken Boys (1-1)

Sander: Ik vind het eigenlijk altijd essentieel dat je je beslissingen uitlegt, en in dit specifieke geval helemaal. Op je gemak jouw kant van het verhaal doen en uitleggen waarom je een bepaalde beslissing genomen hebt: dat geeft toch net iets meer duidelijkheid naar de buitenwereld toe, niet? En hopelijk zorgt het ook voor meer begrip bij spelers, staf en supporters.

Rustig aan, jongens 🙂

YungRef: Ten slotte: wat wil je nog graag bereiken in je carrière?

Sander: Ik bekijk het altijd zo: ik wil volgende week beter fluiten dan deze week. Dat is voor mij het allerbelangrijkste. Uiteraard wil ik ook nog wel leuke wedstrijden fluiten en met mijn nieuwe job nog wat dingen bereiken, maar we zien wel hoe het loopt, zeker?

En daarmee zat deze leuke én leerrijke babbel met Sander erop. Hartelijk dank en succes met je nieuwe job, collega!

About football in Nepal: interview with Harish Karki

A while ago I got in touch with Harish Karki, a young referee in the Nepalese football leagues. In 2018, he was the youngest ever to referee in those leagues: the 23-year-old got a lot of media attention. Jan from Dutchreferee.com did a nice interview with him three years ago. Last week I got in touch with Harish: we spoke about his career so far, his goals, and of course refereeing in Nepal in general. By the way: we spoke English, so I decided to write it out in English too – it’s easier for Harish to read English than Dutch!

Harish (in the middle) during the toss

Yungref: First of all, how does one become a referee in Nepal? And how did you get involved?

Harish: “You won’t believe it, but it’s very hard to follow a referee course in Nepal. There’s only one course every two years: no wonder there are so few referees in our leagues.

I became a referee when I was eighteen, back in 2014. It just seemed like a nice thing to do, officiating games. The course was long and hard, because the Laws Of The Game were hard and difficult to study. But I succeeded and immediately started refereeing. Three years later I made my debut in our first league, which made me the youngest referee ever in Nepal who reached that level. I was very happy of course, and that was just the beginning…”

Yungref: And what does football in Nepal look like? Is it played on a high level, are there a lot of different categories, how are the teams…?

Harish: “It’s really different than in Europe. We only have a few leagues: the teams are classified by city, and we don’t have games every weekend like you guys. For example, I train for three weeks, and on the fourth we all have our games. It’s a bit more complicated. But the level is quite okay, actually. But unfortunately the Corona pandemic broke out all over Nepal, so there were no games for a long while. But this September we will restart again, and we’ll see what happens. I hope I will be able to make my debut at the highest level: and that’s good for me, because than I can challenge myself more and more.”

Yungref: How do you prepare your games physically and mentally? Do you have to travel a lot?

Harish: “I train a lot to keep myself in good shape: endurance, high-intensity, the lot… But as a first league referee, the mental part is equally important. Therefore, I study the Laws Of The Game over and over again. I do my mental and physical training every day. Because if you want to get appointed for the big games, you have to be really fit.”

Yungref: If I’m right, you also follow FIFA seminars. Why are these courses essential for young referees like you?

Harish: “As a young referee, it felt amazing to get invited over there! I finally had the chance to get noticed there and put the Nepalese FA on the map. And the seminar itself was one of the best moments in my career so far: we were trained by the very same elite instructors who work with the elite referees – the best of the best. So to go over there and train with other referees from all over Asia, to get in touch with those refs and make new friends: that was absolutely fantastic. Unfortunately, it’s already been a while: because of Covid-19 they couldn’t organise it anymore.”

Yungref: Any advice/tips for us young referees?

Harish: “The biggest advice is pretty simple: work hard physically and mentally, do it to invest in your passion. And of course: be hungry for the big games. If you work hard and are always motivated, and if you’re determined, it will be so much easier to achieve those big games. Also: have fun during your trainings and games. If you do what you do with a smile, it will be easier… ”

Yungref: What are the biggest things you’ve learned in your career? Can you use those experiences also off the field, in your work for example?

Harish: “The self-discipline you need to have to reach your dreams. If you don’t work to achieve your goals, you won’t reach them. So that’s why it’s very important to always do your trainings, study the Laws Of The Game, and be well-prepared for your games.”

Yungref: Last but not least: what do you still want to achieve in your career?

Harish: “Of course I only want one thing and that’s to reach the highest level possible: the elite. But I also hope to get more important and nice game appointments. That, and another invitation for a FIFA seminar, because that was such a nice experience. And last, to have lots of fun in the upcoming years.”

Thanks for the nice conversation Harish, I wish you all the best in your career! I’ve learned quite a bit about how football is organized abroad, and thanks for stressing the importance of being in shape, physically and mentally.

Want to know more about Harish? Check his Facebook page.

How does football look in your country? Do you guys have a special system of refereeing? Let me know in the comments, and see you soon!

Scheids achter de schermen: Extra Tijd van de KNVB

Ik had al wel wat leuke documentaires en reportages over arbitrage gezien van de Nederlandse voetbalbond KNVB. Maar dit seizoen hadden ze een primeur in petto: een tiendelige documentairereeks waarin presentator Milan Van Dongen op stap gaat met Eredivisiescheidsrechters. Telkens bespreken ze de hoogtepunten uit hun carrière, zowel op als naast het veld. Ook nemen ze de opvallendste VAR-fases van de laatste speeldagen eens door. Kortom: een echte aanrader. In deze post bespreek ik kort de afleveringen met Björn Kuipers en Danny Makkelie, die momenteel actief zijn op het EK.

Aflevering 1: Björn Kuipers

Extra tijd #1: Kuipers

Het was meteen een knaller, die eerste aflevering van Extra Tijd. Milan Van Dongen zoekt Björn Kuipers op, één van de beste scheidsrechters van de wereld, en wel in zijn thuisstad Oldenzaal. Daar bespreken ze zijn fantastische carrière, en natuurlijk vooral hoe hij als ref het allerhoogste bereikte: het fluiten van de finales van de Champions en Europa League, maar ook hoe hij het deed op het WK en het EK. En ze hebben het ook over opvallende VAR-fases. Ik was meteen helemaal weg van dit programma, ik kon al niet wachten tot de volgende aflevering.

Aflevering 9: Danny Makkelie

Extra tijd #9: Makkelie

Een van de laatste afleveringen is die met Danny Makkelie, die inmiddels ook al een fenomenale carrière achter de rug heeft. Hij floot dit seizoen acht Champions League-wedstrijden, en was actief op het WK voor clubs in Qatar. Ook hij kende zijn hoogte- en dieptepunten. En over die laatste gesproken: hij moest onlangs een pijnlijke wissel in zijn team doorvoeren – zijn vaste assistent Mario Diks moest beschikken na een blunder tijdens Servië – Portugal in een WK-kwalificatiematch (zie Yungreview deel 5 over die fase). Danny vertelt dat hij er echt een paar slapeloze nachten aan overhield: hij vond het een zeer moeilijke beslissing. Ik ben in ieder geval benieuwd hoe zijn team het verder zal doen op het EK, zeker omdat het zijn eerste grote eindtoernooi is. In de groepsfase traden ze al aan in twee wedstrijden, waaronder de openingsmatch tussen Turkije en Italië.

Ook de zeven andere afleveringen van Extra Tijd zijn de moeite: onder anderen Bas Nijhuis, Allard Lindhout en Jeroen Manschot komen erin voor. Ook is er een aflevering met Dick Van Egmond, scheidsrechtersbaas van de KNVB. Je vindt ze allemaal hier. Laat me zeker en vast weten wat jullie ervan vonden!

Hoe pak je een veldtraining aan?

Dat het in deze voetbalarme periode belangrijk is om fit te blijven, dat schreef ik eerder al in deze post. Maar het is niet altijd simpel om de juiste oefeningen te vinden voor een evenwichtige scheidstraining op een veld. Daarom deze nieuwe fitnesstip: hoe ziet zo’n veldtraining eruit, of beter: hoe pak je ze aan?

Warming-up

Een uitgebreide opwarming vooraf is noodzakelijk: dit om de spieren goed los te gooien, alsook blessures te voorkomen. Zelf begin ik altijd met tien minuten inlopen, gewoon rondjes rond het veld. Pas dan volgen de echte oefeningen.

Je bakent best met plastic potjes één of meer zones af, waarbij je dan afwisselt tussen een oefening en gewoon joggen. De oefeningen die je doet kies je zelf uit en doe je twee keer: dat kan gaan van knieën heffen en zijwaarts lopen tot achterwaarts lopen.

Mijn aanpak ziet er alvast zo uit:

  • cirkels maken met de armen (voor- en achterwaarts)
  • knieën heffen
  • hielen tegen het zitvlak
  • zijwaarts lopen
  • achterwaarts lopen
  • kleine cirkels maken met de voeten

enzovoort …

Nog niet helemaal duidelijk? Jan van Dutch Referee blog legt zijn aanpak met veel plezier uit in dit flimpje.

Na de oefeningen kan je overgaan tot sprints, best wat verschillend in afstand. Eerst sprint je dus bijvoorbeeld twee keer één zone, daarna breid je geleidelijk uit naar meerdere zones.

Daarna is het tijd voor dynamisch stretchen: hier doe je allemaal verschillende oefeningen om zo je spieren nog even los te gooien. Hieronder een link met geschikte oefeningen:

Dynamische stretching

Na de dynamische stretching kan je eventueel de sprints nog eens herhalen.

Het echte werk

Nu je opgewarmd bent, kan je aan de echte veldoefeningen beginnen. Ook hier gebruik je best potjes om zones af te bakenen. Je kan uiteraard hier ook weer kiezen welke en hoeveel je doet. Hier heb ik alvast vier oefeningen samengesteld, allemaal uit een andere categorie:

High intensity

De eerste oefening is er eentje die je uitvoert op hoge intensiteit: je sprint best op een tachtig à negentig procent van je maximale hartslag. De oefening staat hieronder helder en duidelijk uitgelegd.

(bron: FIFA training program refs)

UEFA-loopoefening

In zijn wekelijkse rubriek Fitness Friday geeft Jan van Dutch Referee blog altijd goede tips over veldoefeningen, en dit is er één van: een oefening ontwikkeld door de UEFA, gebaseerd op snelheid.

(bron: https://www.dutchreferee.com/)

Speed and coordination

De volgende oefening is speciaal bedoeld om je snelheid en coördinatie op het veld te trainen. Het is een goede balans tussen korte sprints, afgewisseld door korte oefeningen: zij- en achterwaarts, maar ook volledig achterwaarts zigzag lopen tussen potjes.

(bron: FIFA training program refs)

Speed

De laatste oefening – een snelheidstest – doe je in het strafschopgebied. Het is opnieuw een prima balans tussen wandelen, joggen, sprinten en zij- of achterwaarts lopen.

(bron: FIFA training program refs)

Zo. Nu hebben jullie een idee van hoe een veldtraining eruit ziet en hoe je ze kan aanpakken.

Check zeker ook nog Dutch Referee blog voor meer goede oefeningen: ik heb er alleszins al veel aan gehad.

Binnenkort zeker nog meer veldoefeningen, nu het nieuwe seizoen stilaan voor de deur staat!

Bij de noorderburen: gesprek met collega-ref en blogger Jan ter Harmsel

Dutch Referee Blog post wekelijks foto’s van toprefs in actie, wisselt badges uit en deelt tips en tricks. Kortom: alles waarmee je jezelf als ref kunt verbeteren. De man achter die fijne blog heet Jan ter Harmsel. Hij is scheidsrechter bij de jeugd in Nederland, in de op één na hoogste categorie. Zoals dat gaat als je een passie deelt: je raakt met elkaar aan de praat via de chat. Ik stuurde hem een paar gadgets op, hij stuurde er een paar naar mij. Dus vroeg ik maar of ik hem eens mocht interviewen voor mijn blog. Dat mocht. Met plezier stond hij me te woord.

Yungref: Wanneer ben je precies begonnen met fluiten, en hoe is dat gelopen?

Jan: “Toen ik 16 was, voetbalde ik bij een club bij mij in de buurt. Ik had vaak commentaar op de beslissingen van de ref. Niet dat ik – zoals veel van mijn medespelers – tekeerging tegen de man in het zwart, ik was eerder geïnteresseerd in het waarom van zijn beslissingen. Nu ja, soms deed ik nogal betweterig, maar ik bleef wel beleefd. Ik heb er nooit een kaart voor gepakt, wat mijn teamgenoten steeds verbazingwekkend vonden. Op een gegeven moment dacht ik: ‘Als je het toch zoveel beter weet, waarom doe je het dan niet zelf?’ Ik bood de mensen bij mijn club aan om bij hen te fluiten – tot hun grote verbazing, want niemand had zich eerder vrijwillig aangeboden. En zo begon ik met het fluiten van pupillen in de categorie F en E, tussen 9 en 11 jaar oud. Ik was in het begin heel aanwezig in de wedstrijden: ik had na 2 wedstrijden alleen al 3 strafschoppen gefloten. Achteraf kreeg ik wel een coach mee, en die heeft me goed begeleid.”

Yungref: Wat was het hoogtepunt van je carrière tot nog toe?

Jan: “Ik herinner me niet echt één wedstrijd die speciaal bovenuit stak, maar kampioenswedstrijden zijn wel altijd speciaal. Of bekerfinales. Ik heb wel eens zo’n match meegemaakt waarbij er echt honderden supporters langs de kant stonden, met vuurwerk en al. Dat geeft dan ook wel een kick als ref: de sfeer tijdens zo’n wedstrijden zijn altijd wel mooi. Daarvoor doe je het ook.”

Yungref: En wat was het dieptepunt?

Jan: “Ik heb in een kampioenswedstrijd eens een rotmoment gehad. Na een ingooi was er een blessurebehandeling op het veld nodig, maar toen die achter de rug was, wist ik verdorie niet meer wie er moest ingooien. De eerste speler die de bal oppakte, gooide gewoon doodleuk in en het spel hervatte. Maar de speler naast me zei: “Ref, het was toch voor ons?” Ik had geen idee. Terwijl ik met mijn hoofd nog bij die ingooi was, was er al een speler op weg naar het doel – 20 meter verder. Uiteraard wordt die aanvaller door de laatste verdediger, in dit geval de keeper, neergehaald in het strafschopgebied. Een overtreding die in die tijd een strafschop tegen en een rode kaart verdienden – ware het niet dat ik ze compleet gemist heb. Toen heb ik mezelf voorgenomen: houd die focus de volle 90 minuten en blijf niet stilstaan bij eerdere situaties.”

Jan in actie tijdens een wedstrijd

Yungref: Welke wedstrijd zou je graag nog eens opnieuw beleven en waarom?

Jan: “Eender welke bekerfinale of kampioenswedstrijd: dat is altijd speciaal. Ook wedstrijden in het buitenland zijn zeer leerzaam. Als begeleider voor RefereeAbroad coach ik refs uit het buitenland tijdens internationale toernooien. En ik fluit af en toe een wedstrijdje, als ze ergens een ref te kort hebben. Zeer leuk om verschillende voetbalculturen te leren kennen.

Yungref: Welke eigenschappen moet een professionele scheidsrechter volgens jou hebben?

Jan: “Uiteraard moet je de spelregels kennen, maar je moet ook weten hoe voetbal in elkaar zit. Het helpt als je als scheidsrechter ooit nog gevoetbald hebt of het nog altijd doet. Goed kunnen managen en communiceren zijn belangrijke pluspunten.”

Yungref: Je bent ook instructeur voor de KNVB. Wat houdt die functie precies in?

Jan: “Ik doe verschillende dingen: cursussen geven, scheidsrechters begeleiden, spelregeltesten samenstellen. Ook geef ik workshops voor de refs, over voeding en levensstijl, en over diversiteit. Bovendien zorg ik voor het lesmateriaal dat we tijdens de cursus gebruiken: foto’s, wedstrijdclips en alle papieren met de verschillende schema’s. En ja, daar kruipt best wat tijd in.”

Yungref: Hoe vaak per week train je? En wat doe je dan zoal?

Jan: “Ik train twee avonden per week met de Haagse scheidsrechtersvereniging. We focussen vooral op duurlopen, maar we houden net zo goed sprintsessies en doen high-intensity-oefeningen. Daarnaast doe ik soms ook nog wat krachttrainingen, liefst zo gevarieerd mogelijk: van sit-ups tot core-and-stability-oefeningen. Heel soms doe ik ’s ochtends – als ik eens wat meer tijd heb – ook nog aan yoga. En als ik op zaterdag een wedstrijd heb gehad, loop ik op zondag een rondje met mijn vrouw.”

Yungref: Hoe bereid je je voor op een wedstrijd?

Jan: “Ik check sowieso eerst de teams die ik moet fluiten, en wel via de voetbalapp van de KNVB: welke kleuren ze dragen, hoeveel kaarten ze tijdens de laatste wedstrijden hebben gepakt, hun rangschikking, noem maar op – zo krijg ik een beter zicht op wat er op het spel staat. Heel belangrijk om dat tijdens de wedstrijd in het achterhoofd te houden.

Mijn spullen pak ik pas op de wedstrijddag zelf, anders vergeet ik toch gegarandeerd een paar dingen. En ik dubbelcheck alles nog wel eens voor ik vertrek, gewoon voor het geval dat. Ik zorg ook altijd dat ik ruim op voorhand bij de club arriveer. Dan is er tijd genoeg om even te praten met de coaches, en uiteraard om uitgebreid op te warmen.”

Yungref:  Een nerdvraagje: wat neem je allemaal mee naar een wedstrijd?

Jan: “Ik neem altijd twee horloges mee: een horloge van Garmin die mijn hartslag meet, en een smartwatch die ik in combinatie met de app REFSIX gebruik. Op dat digitale platform kan je tijdens de match allerlei gegevens ingeven: doelpunten, wissels, kaarten. Ik gebruik verder nog FIFA-kaarten – die zijn klein en daardoor erg handig – en een FIFA-tossmunt. Mijn gele kaart zit in mijn rechterbroekzak, de rode in mijn achterzak. Daar stop ik ook steeds een mapje in met reservekaarten en een notitiekaart. Dat is handig voor als je eens over de kleur van een kaart twijfelt: terwijl je naar je achterzak tast en dat mapje tevoorschijn trekt, kun je dan een seconde of drie extra nadenken voor je de juiste kleur trekt.

Yungref: Naar wie keek je als jongere ref op? En wie inspireert je vandaag?

Jan: “In de tijd dat ik begon met fluiten, zo rond 2002, keek ik erg hard op naar Pierluigi Collina – een ware meester in de arbitrage. Ook de Zweed Anders Frisk  en Markus Merk uit Duitsland waren m’n grote voorbeelden. Toen jullie Frank De Bleeckere hogerop kwam, keek ik naar hem ook wel op. En naar zijn tijdgenoot Lubos Michel uit Slovenië. Tegenwoordig zie ik de Nederlandse refs ook erg graag bezig.”

Yungref: Je hebt zelf een veel gelezen blog over arbitrage. Hoe ben je op het idee gekomen om daarmee te starten?

Jan: “In 2010 vond ik dat er veel te veel kritiek kwam op de Nederlandse refs. Ik wou mensen laten zien dat arbitrage veel meer is dan zo’n beetje op een fluitje blazen en af en toe eens een kaart in de lucht steken. Vandaag doe ik het nog altijd om refs van over de hele wereld wat bij te brengen. Ik doe wekelijks een LOTG-quiz (Laws of the game), geef handige tips mee en nog meer van dat. En met succes, denk ik – ik krijg er alleszins veel leuke reacties op. Ook mijn Instagram-kanaal draait goed.”

Yungref: Ten slotte: je verzamelt ook badges, kaarten, en tossmunten. Wat zijn de pronkstukken in je collectie?

Jan: “Ik heb echt van alles wat: voornamelijk scheidsrechterbadges van over de hele wereld, maar soms sturen die mensen me ook kaarten en tossmunten. Ik heb onlangs nog een Litouwse badge binnengekregen. Van Europa heb bijna uit elk land wel één. Maar de mooiste zijn uiteraard die ik krijg van topscheidsrechters: zo heb ik badges van Björn Kuipers (Nederland, red.), Howard Webb (Engeland, red.) en Alireza Faghani (Iran, red.). Die laatste floot op het WK 2018 de match tussen jullie Rode Duivels en Engeland.”

En zo liep ons gesprek ten einde. Mijn conclusie alvast: Jan is een ref in hart en nieren – hij is er zowat dag en nacht mee in de weer. Mocht je nog goede tips zoeken, met een vraag zitten, of gewoon iets met hem willen delen: Dutchreferee is waar je moet zijn! Bedankt Jan, voor je tijd en zin om aan dit interview mee te werken. Tot gauw!