Tips voor matchdagen in coronatijden: mondmasker en handgelpen voor refs

Hoe jammer het ook is: we kunnen nog altijd niet om corona heen, dus ook niet in het voetbal. Een mondmasker dragen én een goede handhygiëne blijven belangrijk om jezelf te beschermen. Op de Duitse webshop van B&D Allzweck Sportartikel kun je sinds het begin van de crisis terecht voor een handig hebbeding: een pen met een spuitbusje dat je kunt vullen met ontsmettingsmiddel, om zo efficiënt mogelijk je handen te ontsmetten tijdens matchen. Wanneer ik die pen gebruik, en wanneer ik toch maar mijn mondmasker opzet, daarover vertel ik in de elfde aflevering van ‘tips voor matchdag’.

Op de site van B&D kan je de penflesjes kopen mét of zonder alcoholgel – je kunt ze ook gewoon zelf hervullen. Het mondmasker met het logo van de Belgian FA vind je terug op de RBFA webshop (ze zijn momenteel wel uitverkocht).

Het RBFA mondmasker en de penflesjes van B&D

Hoe pak jij dit aan tijdens wedstrijden? Had je ooit al van deze producten gehoord of gebruikte je ze al? Laat het weten in de comments. Stay safe!

‘Je beslissingen uitleggen: dat zorgt altijd voor meer begrip bij spelers, staf en supporters’: scheidsrechter en opleider Sander de Brito Roque over het Nederlandse amateurvoetbal

Over de arbitrage in het Nederlandse jeugd- en amateurvoetbal en de scheidsopleidingen daar leerde ik alles van mijn bloggende collega Jan ter Harmsel alias Dutchreferee (herlees het interview hier). Maar hoe gaat het er eigenlijk aan toe in de hogere divisies? Even bellen naar Sander de Brito Roque, scheidsrechter in de Nederlandse Derde Divisie en de Jack’s League én hoofdopleider voor beginnende refs. Hij stond me al te graag te woord.

YungRef: Je fluit in twee verschillende competities: de Derde Divisie (denk: de Belgische derde amateurklasse) en de Jack’s League (onze eerste amateurklasse). Hoe interessant zijn die?

Sander: Héél erg, het is echt een prachtig niveau om te fluiten. De teams kunnen niet promoveren of degraderen, de scheidsrechters kunnen alleen niet promoveren. Ze kunnen dus niet rechtstreeks promoveren naar het profvoetbal van de Keuken Kampioen Divisie (tweede klasse) en de Eredivisie (eerste klasse): ze kiezen heel bewust voor dit niveau. Maar het is zeker niet minder leuk: de teams spelen op een degelijk niveau, en dankzij de vele supporters is er altijd ontzettend veel ambiance op de tribune – voor sommige derby’s zijn ze zelfs met vele duizenden. En dat alle wedstrijden ook nog eens op tv uitgezonden worden, maakt de beleving helemaal compleet!

YungRef: Je bent ook hoofdopleider bij de Nederlandse voetbalbond KNVB. Wat houdt je functie in?

Sander: Toen ik negen jaar geleden startte, was ik verantwoordelijk voor de opleiding van de beginnende scheidsrechters. Vandaag ontferm ik me over het talententraject van de KNVB, met het oog op doorstroming naar de Keuken Kampioen Divisie en de Eredivisie. En dat lukt aardig: Marc Nagtegaal fluit momenteel in de Eredivisie, Luca Cantineau is dan weer actief in de Keuken Kampioen Divisie – ze zijn allebei bij mij op cursus geweest. Maar eigenlijk ben ik nog trotser op het feit dat ik al wat oudere refs heb kunnen opleiden die met veel plezier fluiten in de Jack’s League.

YungRef: Je bent een paar jaar geleden als KNVB-opleider naar de Caraïben geweest om refs te coachen. Hoe ging dat?

Sander: Dat waren echt machtige ervaringen. In Suriname en Aruba deed ik technische sessies met de refs en coachte ze tijdens wedstrijden.

Het grappige was: toen ik arriveerde, vielen hun ogen bijna uit hun kassen. Ze hadden namelijk een witte vijftiger verwacht, geen jonge gast zoals ik (lacht). En ze werden helemaal gék toen ze mijn KNVB-kleding zagen met het leeuwenlogo op – zo officiéél, man! Het was een hele fijne groep: heel leergierig, wat sowieso de max is voor een opleider. Dat ik gewoon op mijn gemak Nederlands kon praten tijdens de sessies was ook mooi meegenomen.

In Suriname stond er toevallig een belangrijke derby op het programma die zou worden gefloten door de enige FIFA-scheids die het land rijk is. Maar toen ze mij bezig zagen tijdens de sessies hebben ze van die FIFA-ref snel de vierde official gemaakt – ik mocht hoofdscheids zijn. Daar zei ik natuurlijk geen nee tegen.

Ze hadden me ingeprent dat het geen makkelijke wedstrijd zou worden, maar daar was niet veel van te merken: na een halfuur stond het al 0-3, en de algemene intensiteit was vrij laag. Het enige wat ik écht gek vond: op een bepaald moment beging een speler vlak naast de lijn een zware overtreding – naar Nederlandse normen was dat rood. Maar de overtreder schudde de getackelde speler rustig de hand en niemand van de staf en supporters gaf een krimp! Nou, toen leek een rode kaart me plots heel overdreven, dus gaf ik maar geel. Even later ging op dezelfde plek de bal over de zijlijn en claimde de thuisploeg de bal. Ik oordeelde: voor de tegenpartij. Wel, toen werden ze op de bank en in de tribune helemaal gek. Best raar, in Nederland zou het net andersom zijn.

Sander in actie op Suriname

YungRef: Ik las op Instagram dat je binnenkort een nieuwe uitdaging aangaat – iets op de Caraïben?

Sander: Op 1 februari start ik bij een sportconsultancybureau, en specifiek ga ik twee projecten van de voetbalbonden op Aruba en Bonaire in goeie banen leiden. Dankzij subsidies konden ze daar extra medewerkers aannemen, en die ga ik opleiden. Het is te zeggen: ik ga ze niet vertellen hoe ze trainingen moeten geven, maar ik ga ze wél helpen om bijvoorbeeld meer meisjes te overtuigen om ook te gaan voetballen, of om scheidsrechters aan te trekken. Met dat laatste heb ik toevallig wel een beetje ervaring. Ik ga de job trouwens doen vanuit Nederland, maar ik ga natuurlijk wél af en toe naar ginder.

YungRef: Ik zag dat je goed bevriend bent met een paar scheidsrechters uit jullie hoogste klasse. Jullie trainen zelfs regelmatig samen.

Sander: Klopt. Er is in Nederland sowieso een heel goeie band tussen de amateur- en de eliterefs, maar het helpt natuurlijk ook al je samen opgroeit. Zoals met Clay Ruperti, die in de Keuken Kampioen Divisie fluit en als VAR internationale wedstrijden begeleidt: we woonden als kind bij elkaar om de hoek, zijn samen beginnen fluiten en promoveerden bijna elk jaar tegelijkertijd. Ook Eredivisie-scheids Jeroen Manschot komt hier wel eens over de vloer. En ja, dan is samen trainen ook gewoon leuk.

YungRef: Ik zag jou voor het eerst in actie in een filmpje op YouTube, tijdens een hevig opstootje in de wedstrijd Katwijk–Kozakken Boys: je stuurde toen een speler en een coach van het veld. Kan je wat meer vertellen over die beslissing?

Sander: Er hoort wat context bij: Katwijk en Kozakken Boys hadden een seizoen eerder een heftige wedstrijd gespeeld als de nummers één en twee van het klassement. Ze hadden maar één puntje verschil, en wie won zou kampioen spelen. Een zeer bewogen partij: Kozakken Boys troffen vaak het doelkader, Katwijk viel in het slot met tien man door een rode kaart, de ref moest tijdens de match vervangen worden vanwege een blessure. Eindstand 0-0 en Katwijk werd kampioen.

Ik floot Katwijk – Kozakken Boys op de tweede speeldag van het nieuwe seizoen: al die emoties en frustraties van de vorige keer waren dus nog lang niet weggeëbt. Ik voelde het vanaf de eerste minuut, maar ik had de wedstrijd prima onder controle.

Tot dat ene moment: de bal rolt over de zijlijn, de kapitein van Katwijk wil graag de ingooi snel hernemen maar wordt vastgehouden door de coach van Kozakken Boys. Daarop ontstaat er duw- en trekwerk – mij leek het verstandig om alles zo’n beetje van op afstand te bekijken. Ik heb dan maar besloten om de wedstrijd een kwartier te staken en de disciplinaire straffen in de catacomben te geven, om nog meer commotie op het veld te vermijden. Het verdict: rood voor kapitein Susan van Katwijk én voor trainer Cornelissen van Kozakken Boys.

YungRef: Je hebt je beslissing achteraf toegelicht tijdens een interview. Welke voordelen zie je daar in?

Bekijk hier het interview met Sander na VV Katwijk – Kozakken Boys (1-1)

Sander: Ik vind het eigenlijk altijd essentieel dat je je beslissingen uitlegt, en in dit specifieke geval helemaal. Op je gemak jouw kant van het verhaal doen en uitleggen waarom je een bepaalde beslissing genomen hebt: dat geeft toch net iets meer duidelijkheid naar de buitenwereld toe, niet? En hopelijk zorgt het ook voor meer begrip bij spelers, staf en supporters.

Rustig aan, jongens 🙂

YungRef: Ten slotte: wat wil je nog graag bereiken in je carrière?

Sander: Ik bekijk het altijd zo: ik wil volgende week beter fluiten dan deze week. Dat is voor mij het allerbelangrijkste. Uiteraard wil ik ook nog wel leuke wedstrijden fluiten en met mijn nieuwe job nog wat dingen bereiken, maar we zien wel hoe het loopt, zeker?

En daarmee zat deze leuke én leerrijke babbel met Sander erop. Hartelijk dank en succes met je nieuwe job, collega!

‘Hierzie, groene kaart!’ Hoe de Japanse voetbalbond fair play bij jongeren beloont

Onlangs ruilde ik scheidsspullen met een collega uit Japan: in het pakje dat hij me stuurde, vond ik drie badges van de nationale voetbalbond, twee ‘respect’-badges en een kaartenset met behalve een gele en een rode ook een groene kaart. Die laatste had ik nog nooit gezien.

Toen ik het even bij mijn Japanse collega navroeg, bleek die groene kaart gebruikt te worden voor de promotie van fair play tijdens de wedstrijd. Het is te zeggen: bij u12-wedstrijden, want volgens de Japanse voetbalbond JFA moeten kinderen op die leeftijd gaan beseffen dat in voetbal gerust wat emoties mogen zitten, maar dat het toch ook vooral een gezellig spel moet zijn. Dus: spelers die fair play tonen, krijgen een groene kaart van de ref.

En met fair play bedoelt de JFA:

  • de regels van het spel goed begrijpen (en snappen dat die regels er zijn om de spelers te beschermen)
  • de scheidsrechter(s) én tegenstrevers respecteren

Maar wanneer trekt de ref nu precies zo’n groene kaart? Simpel: als een speler …

  • het spel zelf stillegt bij een blessure van een tegenstander
  • een goede houding toont tijdens de match
  • toegeeft dat de bal bijvoorbeeld over de achterlijn ging en het dus corner is …
  • voorkomt dat ploegmaats zich slecht gedragen
  • excuses aanbiedt of een hand schudt na een onbedoelde overtreding.

Als de scheidsrechter merkt dat de teams echt aandacht besteden aan één of meer van deze vijf criteria, dan kan hij na het laatste fluitsignaal zijn groene kaart tonen aan de bank van dat team. Het is dus zo’n beetje te vergelijken met fair play-punten die bij ons wel eens op toernooien worden gegeven.

Zouden jullie dit ook graag zien in onze competities? En waarom (niet)? Laat zeker iets achter in de comments. Meer info over fair play en de groene kaart in Japan vind je op de JFA fair play-pagina.

“Plots stond ik langs de lijn tijdens UEFA-toernooien.” Interview met Alex Verstraeten, ref-instructeur en ex-assistent van Frank De Bleeckere

Het is ondertussen al meer dan tien jaar geleden dat er nog eens een Belgisch refteam tot de absolute Europese én wereldtop behoorde. De hoofdref van dat team – Frank De Bleeckere – is nog altijd actief bij de voetbalbond en als referee observer voor de UEFA, maar ook voor zijn assistent Alex Verstraeten is het nog al voetbal wat de klok slaat. Als hoofdinstructeur bij Voetbal Vlaanderen is Alex niet alleen verantwoordelijk voor de cursussen in de provincie Oost-Vlaanderen, hij geeft ook technische sessies aan refs op het provinciale niveau. En hij is bovendien UEFA delegate bij KAA Gent.

YungRef: Hoe ben je in de arbitrage gerold?

Alex: Op mijn zestiende begon ik te voetballen voor KAA Gent, maar twee jaar later was het over en uit: ik bleek een serieuze botafwijking te hebben, waardoor voetballen zelf steeds lastiger werd. ‘Waarom geen scheidsrechter worden?’ vroeg iemand me. En daar had ik wel oren naar. Ik was negentien toen ik officieel scheids werd, na een cursus in Gent.

YungRef: We kennen jou natuurlijk vooral als assistent, eerder dan als hoofdref. Wanneer ben je dan overgestapt?

Alex: Het zat zo: vroeger kon je niet zo snel en makkelijk doorgroeien als ref. Het was zo goed als onmogelijk om ploegen te fluiten met spelers die ouder waren dan jezelf – dat is toch echt een pak verbeterd, moet ik zeggen. Nu ja: ik wist ook toen als scheidsrechter al door te groeien tot tweede nationale.

In de jaren 1980 was er veel minder aandacht voor assistenten dan vandaag, maar daar kwam verandering in na een paar grandioze fouten op een EK – de UEFA zag toen in dat de lat voor assistenten een stuk hoger moest. Alleen: er waren nog niet genoeg topassistenten, dus de nationale voetbalbonden stimuleerden beloftevolle refs om meteen voor de lijn te kiezen. Omdat ik zelf af en toe vlagde, en het me ook best goed afging, kreeg ik dus ook de vraag: ‘Geen zin om te vlaggen in eerste klasse?’

Meer nog: ik werd meteen FIFA-assistent, en algauw reisde ik met het team van Serge Gumienny naar UEFA-toernooien in Griekenland en Zweden.

YungRef: Je belandde dan bij het team van Frank De Bleeckere, die als ref hoger in de UEFA-ranking stond dan Gumienny. Was dat een hele aanpassing?

Alex: Meer dan ik had gedacht, ja.

Het zat zo: ik was de tweede reserve-assistent op Franks lijstje. Vlak voor het WK in 2006 slaagde een van Franks vaste assistenten niet voor de fysieke testen, waardoor Walter Vromans in de plaats mee mocht – hij was de eerste reserve. Maar toen ook Vromans na een tijdje afhaakte, was het mijn beurt.

Het was natuurlijk geweldig, maar ik moest wel een tandje bijsteken. Franks team floot belangrijke wedstrijden, zoals Champions League-duels en internationale wedstrijden. En hoe beter het niveau, hoe groter de druk en de verwachtingen. Er waren ook meer camera’s, dus plots keek iedereen over mijn schouder mee – daar kon ik wel goed mee om. En na verloop van tijd raak je er meer aan gewend.

Alex samen met Pierluigi Collina

YungRef: Wat was het hoogtepunt van je carrière?

Alex: Zonder twijfel de halve finale tussen Spanje en Rusland op het EK 2008, in het Ernst Happel Stadion in Wenen. Ik heb daar een heel lastige buitenspelfase correct beoordeeld, en onze teamprestatie was volgens onze observers fantastisch. Zelf kreeg ik een 8.5, een quotatie die de dag van vandaag ‘zeer goed’ betekent. En dan die sfeer in het stadion, echt machtig! 50.000 toeschouwers, onder wie mijn familie – uitgenodigd door UEFA. Ook de wedstrijd zelf was van een ongelofelijk niveau: echt eentje om nooit te vergeten, dus.

YungRef: Je bent momenteel actief als hoofdinstructeur bij Voetbal Vlaanderen. Was dat iets dat je altijd al wilde doen, dat coachen van jongere refs?

Alex: Eigenlijk wel. Ik ben eerst tien jaar observer geweest in de Jupiler Pro League, maar daar is je rol eerder beperkt: je evalueert, in plaats van op te leiden of te coachen. Die refs zitten al op een serieus niveau, dus je beoordeelt vooral of hun beslissingen juist waren of niet.

Jongere refs uit de provinciale kan je nog meer bijsturen en tips geven over hun werkpunten. Ik werk sowieso graag met jonge mensen, omdat ik die nog echt kan bijbrengen hoe ze de dingen moeten aanpakken. Ik focus vooral op hun zelfreflectie: ze moeten zich héél bewust zijn van waarom ze deze of gene beslissing genomen hebben.

YungRef: Je bent ook nog UEFA-afgevaardigde bij KAA Gent. Wat houdt die rol precies in?

Alex: In feite ben ik verantwoordelijk voor de UEFA-refs tijdens hun verblijf in Gent: ik ga ze ophalen in Zaventem en regel hun hotel en restaurants. En als ze nog graag een stukje van de stad of de streek willen zien, dan zorg ik daar ook voor. Tijdens de wedstrijd ben ik de contactpersoon tussen de teams en de refs. Het evalueren van de scheidsen is dan de taak van de UEFA-observer, maar ik zit er meestal wel naast – het gebeurt wel eens dat we overleggen of een bepaalde beslissing al dan niet correct was. Ook na de wedstrijd praat ik met het refteam wel eens na.

Ik heb dit trouwens niet alleen voor KAA Gent gedaan, maar ook voor de Rode Duivels en Zulte Waregem. En dan kom je al eens refs tegen die je misschien kent: Herbert Fandel (Duitse ref die ook op het EK 2008 floot), Daniele Orsato (de huidige Italiaanse nummer één) en Chris Kavanagh uit Engeland.   

Team Orsato bereidt zich voor op KAA Gent – Valencia in 2015

YungRef: Als laatste vraag: welke gouden tip heb je nog voor jonge refs?

Alex: Zoals ik eerder zei: zelfreflectie is heel belangrijk. Je moet in de spiegel kunnen kijken  en weten waarom je een bepaalde beslissing hebt genomen, wat de impact ervan is, wat je anders had gedaan enzovoort. Ten tweede: kijk enkel naar jezelf. Ga jezelf niet nodeloos vergelijken met collega’s, en trek je niks aan van de punten die zij krijgen – voor je ’t weet, ben je aan het piekeren of discussiëren over waarom iemand anders meer punten heeft gekregen. En uiteraard: blijf hard werken en trainen, en sta open om bij te leren.

Wat Alex verder nog liet vallen: dat je in de sport ook veel geluk moet hebben om aan de top te geraken. Hij heeft het zelf ondervonden: als die twee assistenten vóór hem niet hadden afgehaakt, had hij de top misschien nooit bereikt. Hartelijk dank om me te woord te staan, Alex: een hele eer!

Tips voor matchdag #10: over de schoenopberger

Vroeger stopte ik de refspullen die ik nodig had voor mijn wedstrijd in een kleine sportzak met twee compartimenten. Maar het bovenste was te klein voor organiser waarin ik mijn kleren stak – ik moest hem dan ook kwijt in de schoenenruimte eronder. Mijn schoenen stopte ik dan maar in een plastic tas in het hoofdcompartiment erboven. Klein probleem: dat bovenste compartiment was constant smerig omdat ik met mijn schoenen door de modder had gelopen – die plastic zak hielp niet echt. Dus schafte ik een schoenenopberger van Macron aan. Het is een soort zak met een rits in het midden, precies groot genoeg om je voetbalschoenen in kwijt te kunnen. Probleem opgelost, want mijn tas bleef altijd proper. In onderstaande video laat ik even zien hoe het precies werkt.

Op RefEquipment.be verkopen ze naast die van Macron ook een opberger van Erima en eentje van eigen makelij. Trouwens: hoe los jij dit probleem op of hoe zou je het oplossen? Werk jij ook met zo’n opberger? Laat het achter in de comments of via dm op mijn Instagram (@yungreflife).


Waarom het fijn is om scheidsspullen te ruilen

Wie mij ook op Instagram volgt (@yungreflife) heeft het ongetwijfeld al opgemerkt: sinds vorig seizoen verzamel ik scheidsrechterspullen. Meestal ruil ik gadgets met collega’s – ik ben lang niet de enige die het doet. Soms krijg ik ook gewoon spullen toegestuurd van refs zonder verzamelwoede – ze laten die spullen liever niet in de kast slingeren. En ik ben dan heel blij met hun afdankertjes!

Wat ruil ik dan zoal? Badges uit verschillende landen, rode en gele kaarten met speciale logo’s, tossmunten of pins. Ik heb intussen al zo’n twintigtal keer iets geruild, en dan begint je collectie dus aardig aan te dikken.

En dat ziet er zo uit:

Enkele badges uit o.a. Rusland, Spanje en de Verenigde Staten
Kaarten uit o.a. Frankrijk en Finland

Het fijne aan spullen ruilen? Je kan nooit alles hebben, dus het is elke keer opnieuw leuk als je weet dat er nieuwe badge of een tossmunt onderweg is. Vaak zit er ook een handgeschreven briefje bij van de ref in kwestie, met een persoonlijke boodschap: heel leuk. En dat kan dan het begin zijn van een gesprek via sociale media – ik stuur geregeld berichten met collega’s uit Nederland, Italië, Spanje of de Verenigde Staten.

Daarom deze kleine oproep: heb je zelf nog spullen liggen (een badge, bijvoorbeeld) die in de weg ligt, of wil je ook eens graag wat ruilen (ik kan altijd Belgische badges, kaarten en dergelijke in de plaats sturen!)? Stuur me dan een dm via Instagram of laat hier iets achter in de comments.

Doelpuntenkermissen, pittige supporters en de eerste keer rechtstreeks rood: dit was de eerste helft van seizoen ’21-’22


Eerder deze week floot ik mijn laatste wedstrijd van het jaar 2021: hoog tijd om terug te blikken op de eerste seizoenshelft. Tweeëntwintig wedstrijden mocht ik fluiten: een record, als je weet dat ik één wedstrijd per weekend leid. Ik vat ze hieronder bondig samen!

Het seizoen begon op 7 augustus met een vriendschappelijke u14-wedstrijd tussen Berchem en Lierse Kempezonen. Het was wel even wennen om na zo lang terug op het veld staan. Het werd meteen een doelpuntenkermis: 3-9. Er zouden die zomervakantie nog vijf wedstrijden volgen, onder andere op Sint Job, Hove Sport en Zandhoven.

In september begon dan eindelijk de competitie. Nu ja, een valse start, want mijn eerste aanduiding werd kort daarna geannuleerd. Gelukkig kreeg ik algauw een nieuwe: een u15-match tussen Berkenrode en Turk Sport. Een moeilijke wedstrijd, om verschillende redenen: een klein veld, heel wat overtredingen waardoor ik het spel constant moest stilleggen en een paar akkefietjes. Uiteindelijk werd het ook eentje om nooit te vergeten, al was het maar omdat ik mijn eerste rechtstreeks rode kaart moest geven – geen discussie mogelijk: een verdediger haalde een doorgebroken speler neer.

De week erop was het een pak rustiger: ik mocht mijn eerste u16-dameswedstrijd in goede banen leiden, tussen ’s Gravenwezel-Schilde en KFC Broechem. De volgende opdracht was Berchem u15 – De Kempen. Bij deze wedstrijd kwam een van de opleiders van Bureau Arbitrage Antwerpen me evalueren. Hoewel ik de wedstrijd goed in de hand had, kwamen er toch nog wat werkpunten naar boven. Maar desondanks was mijn opleider toch positief: ik mocht promoveren naar categorie J4, wat betekende dat ik voortaan u17-wedstrijden zou krijgen. Ik mocht ook aansluiten bij de coachingsgroep van de voormiddagrefs (zo worden de refs genoemd die jeugdwedstrijden fluiten). In die coachingsgroep zitten jonge talentvolle refs die van nabij opgevolgd worden, met oog op snelle doorstroming naar provinciale.

De rest van de maand september kreeg ik nog een paar u15-wedstrijden, in oktober mocht ik dan eindelijk mijn debuut bij de u17 maken. En dat met Kontich-Hove. Zeer coole ervaring, goede wedstrijd ook. Eindstand 0-2.

Smile! 🙂

Het weekend erna mocht ik Hemiksem tegen Rumst fluiten: een pittige wedstrijd, ook al omdat de supporters langs de lijn best veel commentaar op mijn beslissingen hadden. Maar ik bleef er wél kalm onder en liet me vooral niet beïnvloeden. Wedstrijd onbeslist met een 1-1 eindstand.

De wedstrijd erna mocht ik naar het Jos Van Wellen Stadion in Kapellen voor alweer een mooie affiche – Cappellen FC tegen City Pirates u16 – met alweer een observer langs de lijn. 7-2, zonder al te veel dubieuze fases. Mijn opleider was zeer tevreden, dus ik ook.

De week erna kreeg ik even terug een u15-wedstrijd – ook al fluit je normaal gezien u17, toch krijg je soms eens een wat “makkelijkere” wedstrijd: dan hoef je niet constant onder hoge druk te presteren. De weken daarop kreeg ik terug grotere wedstrijden, te beginnen met een derby tussen VDP en OLVE u17: een toffe wedstrijd met veel kansen, twee strafschoppen, en een 0-5 eindstand. In de slotminuten was VDP met zijn tienen gevallen door een overduidelijke rode kaart.

De donderdag erop mocht ik vier wedstrijden in de 1/8 finale van de LAVA beker – Liga Amateurvoetbal Antwerpen – fluiten op Park Groot Schijn in Deurne: een erg leuke dag met de collega’s van mijn scheidsvereniging KSOVA. Twee dagen later kwam de volgende opdracht: naar Bornem voor mijn eerste u19-wedstrijd. Gegarandeerd de leukste aanduiding van het seizoen: voor het eerst floot ik een officiële wedstrijd met spelers ouder dan ikzelf. Een spannende wedstrijd die op en af ging. Het enige minpunt was de constante regen, maar die nam ik er maar al te graag bij. En daar stopte het niet: ik kreeg een week later ook mijn eerste u21-wedstrijden op KSV Wildert en op Eendracht Zoersel: mooi om ook in die hogere reeksen wat ervaring op te doen. Maar eerst nog even ’s Gravenwezel Schilde tegen Lierse Kempezonen u17 op woensdagavond.

Tenslotte mijn laatste wedstrijd voor de winterstop: opnieuw mocht ik naar het Jos Van Wellen Stadion, dit keer voor de u17 van Cappellen tegen Hoogstraten VV. Ook deze wedstrijd was zeker niet de gemakkelijkste, want ik moest wel hier en daar wat waarschuwingen geven. Maar absoluut ook niet de moeilijkste: zo kreeg ik bij mijn beslissingen niet al te veel protest.

En de kers op de taart van deze eerste seizoenshelft kwam per e-mail toen ik in de kleedkamer zat: een promotie naar J3. Dat wil zeggen dat ik vanaf nu standaard u21-wedstrijden mag leiden. Leuk, want zo staat me opnieuw wat uitdaging te wachten. Ik kijk in ieder geval al erg hard uit naar de tweede helft. Tot in januari!

Hieronder nog wat actiefoto’s:

Eerste wedstrijd van dit seizoen: Berchem u14 – Lierse Kempezonen
Tijdens de vriendschappelijke wedstrijd tussen VDP u15 en Emblem
Gele kaart na een strafschopfout tijdens VDP u17 – OLVE

Handig voor het opstellen van de muur: over de vanishing spray

Hij werd al gebruikt in het profvoetbal, maar langzaam meer en meer ook in het amateurvoetbal: de vanishing spray. Je weet wel: die spuitbus die refs gebruiken om de muur op afstand te houden bij een vrije trap. Daarover gaat de negende aflevering van ‘Tips voor matchdag’, die je hieronder kan bekijken:

Het populairste merk van vanishing sprays is een Belgisch: Expoline, fabrikant van allerlei voetbalmaterialen zoals doelen, netten en dergelijke. En dus ook van die vanishing spray. Refs in landen als Spanje, Frankrijk en Engeland gebruiken hem, maar uiteraard ook die in Europese competities zoals de Champions League.

Je kan op de officiële site van Expoline zelf sets aanschaffen, bestaande uit sprays en een speciale houder. Maar uiteraard kan je ze ook apart kopen.

Wél belangrijk voor Belgische refs: je mag de spray pas gebruiken vanaf het moment dat je eerste elftallen in competitievorm fluit, of bij sommige toernooien. En wat met jeugdvoetbalwedstrijden? Dan laat je hem maar beter thuis, want daar mag het nog niet.

Nog vragen over de spray? Tips hoe/wanneer/waar je hem het best kan gebruiken tijdens de wedstrijd? Laat zeker een reactie achter in de commentaren. Tot gauw!

Snel de voetbalregels opfrissen: dat doe je met de praktische tips van IFAB

De International Football Association Board of IFAB houdt zich niet alleen bezig met de regels van het voetbal, op hun Facebook geven ze ons scheidsrechters ook wekelijks advies over hoe je diezelfde regels concreet moet hanteren. Bijvoorbeeld: hoe je een speler verbaal moet waarschuwen, of hoe je een groep spelers kalmeert bij een opstootje. Speciaal voor deze post heb ik er een paar uitgepikt die ik graag kort bespreek.

Fase 1: Wat te doen bij een bloedende speler?

Elke ref maakt het wel eens mee: een speler die – al dan niet ongewild – een slag krijgt en begint te bloeden. Hoe moet je dan optreden? Het antwoord is erg simpel: ervoor zorgen dat de speler zo snel mogelijk het terrein verlaat en een blessurebehandeling krijgt. Hij mag pas terug het veld op wanneer hij niet meer bloedt. En dan moet hij wel nog wachten op jouw signaal voordat hij het veld terug op mag. Doet hij dat niet, dan moet je hem bestraffen met een gele kaart voor het betreden van het veld zonder toestemming.

Fase 2: Hoe treedt de ref op bij verbale agressie van spelers?

Wat doe je precies als spelers protesteren? Of erger: als ze zich agressief opstellen tegenover één van de refs? Dan zijn er twee mogelijkheden: protesteert een speler met een wegwerpgebaar of cynisch applaus, of roept hij iets onaangenaams, dan toon je meteen een gele kaart. Vertoont de spelers echt agressief gedrag – slaat hij de ref of probeert hij die te slaan, of loopt hij tegen hem aanlopen, dan is het verdict: uitsluiting.

Fase 3: Mag de ref een snel genomen vrije trap toelaten als hij een gele/rode kaart moet geven? En wanneer moet hij die kaart dan trekken?

Zeldzaam, maar toch een hele interessante: mag de ref een snel genomen vrije trap toelaten als hij een kaart moet trekken?

Het is eigenlijk vrij simpel: het mag enkel als

– de tegenpartij een vrije trap kan nemen waaruit een open scoringskans kan volgen,

– de handeling van de ref nog niet is gestart, met andere woorden: als de ref zijn kaart nog niet vastgenomen heeft,

– de bal ineens op de juiste plaats ligt,

– er geen blessurebehandeling moet volgen,

– de tegenpartij voldoende afstand houdt.

Als dat allemaal goed zit, mag de vrije trap inderdaad snel genomen worden. De ref moet de kaart dan trekken bij de eerstvolgende spelstilstand.

Dit waren nu maar drie praktische gevallen die IFAB postte. Het is zeker de moeite om hun Facebookpagina af en toe te checken, want je kan er regels snel en efficiënt opfrissen.


Hoe maak je een goede wedstrijdvoorbereiding?

Het lijkt simpel, maar voor een scheidsrechter is het van essentieel belang: een goede wedstrijdvoorbereiding. Je maakt het jezelf veel gemakkelijker als je op voorhand (deels) weet wat je van beide teams kan verwachten. De match kan uiteraard altijd helemaal anders lopen, want in voetbal kan alles. Niettemin: in deze post laat ik jullie zien hoe je een goede voorbereiding doet.

Praktische info

Wanneer je je aanduiding krijgt, is het altijd eerst goed om alle praktische info even op een rijtje te zetten: de datum, het uur van aanvang, de locatie, noem maar op. Als je dan bijvoorbeeld nog vervoer moet regelen, kan je dat ruim op voorhand doen en hoef je daarover niet meer te stressen.

Wie zijn die ploegen juist?

De dag voor de wedstrijd kan je je concrete voorbereiding doen. Ik schrijf bijvoorbeeld alle nuttige info op in een speciaal boekje. Die neem ik eerst voor de tweede keer nog even door. Daarna duik ik dieper in de wedstrijddetails. Om jullie een beter beeld te geven: een voorbeeld hieronder.

Ik bekijk sowieso beide teams even in detail: hun eerdere resultaten, hun plek in het klassement, of ze veel kaarten hebben gepakt enzovoort. Zo probeer ik een goed beeld te krijgen van de spelers met wie ik morgen op het veld sta. Als ze in de voorbije wedstrijden veel kaarten hebben gepakt, kan je daaruit afleiden dat ze wel eens stevig kunnen spelen. Als ze per wedstrijd gemakkelijk tien doelpunten slikken, weet je dat hun defensie misschien veel gaten laat. Maar dan ben je er wel op voorbereid, en weet je dus deels wat te verwachten. Maar zoals ik al eerder zei: de wedstrijd kan alsnog totaal anders verlopen.

Werkpunten

Als laatste overloop ik mijn werkpunten uit de vorige match (zie foto) nog even. Als ik een nipte offside gemist heb, of mijn handsignalen waren soms niet duidelijk genoeg, dan lijst ik die even op. Een halfuurtje voor de aanvang van mijn nieuwe wedstrijd overloop ik ze even opnieuw, zo zitten ze weer fris in mijn geheugen voor de aftrap.

Heb jij ook nog een paar tips voor goede wedstrijdvoorbereiding te maken? Deel ze vast en zeker in de commentaren of via mijn Instagram. En mocht je nog vragen hebben, laat mij het gerust even weten. Tot snel!