Elke ref maakt het wel eens mee: een coach of iemand van de technische staf die de hele tijd loopt te protesteren op jouw beslissingen, na de wedstrijd nog even komt discussiëren, of ander wangedrag vertoont. Hoe ga je daar als ref mee om? Hoe geef je het beste een waarschuwing of een kaart? In deze post enkele tips!
Je merkt het meestal wel snel op, wanneer een trainer of iemand van de technische staf hevig staat te protesteren aan de zijlijn. Als het er echt over gaat, probeer ik altijd bij de eerstvolgende spelstilstand er even naartoe te gaan om de persoon in kwestie trachten te kalmeren. Wat altijd helpt, is dat je zelf als ref heel kalm en beleefd blijft, en lange discussies vermijdt. Ik probeer niet van de eerste keer al een kaart te geven, maar hiervoor wél nadrukkelijk te waarschuwen. Lukt het kalmeren niet, is geel of zelfs rood een goede oplossing. Het hangt ervan af of de persoon in kwestie al dan niet beledigende taal gebruikt, een racistische opmerking maakt of dergelijke, kan je ook ineens overgaan tot uitsluiting.
Onderstaand filmpje is een goed voorbeeld van hoe je zo’n mondelinge waarschuwing kunt aanpakken:
WK 2018: Marc Geiger geeft waarschuwing aan trainer Marokko
De dag na een zware training moet je vooral goed rusten en je spieren laten recupereren. Maar de hele tijd onderuitgezakt liggen in de zetel is niet de oplossing, want dan kunnen je spieren gaan verkrampen. Daarom is het altijd goed om een kleine recuperatietraining in te lassen. Wandelen is een optie, maar ook fietsen is er zeker eentje. In deze post kom je hierover meer te weten.
Door bijvoorbeeld een twintigtal minuten op een rustig tempo te fietsen, maak je je spieren terug wat soepel zonder ze echt te forceren. Je benen blijven al fietsend namelijk steeds in beweging maar ze moeten geen krachtinspanning leveren. Deze training heeft dus ook geen opbouwend effect, en werkt louter herstellend. Door snel je spieren terug wat losser te maken, zal je eerder kunnen beginnen met de volgende training, die dan wel een opbouwend effect zal hebben.
Heb jij ook nog goede recuperatietips? Deel ze gerust in de commentaren. Veel succes met de voorbereidingen voor het nieuwe seizoen!
There’s no good refereeing without excellent preparation and communication, so we learned from Bram Van Driessche, active in the Belgian Jupiler Pro League and FIFA-referee since 2019 (read the interview in Dutch here). What about some extra useful tips for us young referees, Bram?
YungRef: Being a good referee is all about making the right preparations – giving your team clear instructions and stressing good communication. How do you handle that? And which instructions do you give?
Bram: The most important job of a referee is to make sure we have the game under control, as a team. Therefore, in the week before a game, I always make a PowerPoint presentation in which I put as many details as I can: about the teams, of course, but also about individual key players. I also try to put clips from previous games in. Basically, everything that helps us get a better view on the teams goes into this PowerPoint. On top, I put in details on how I think we should communicate. Then, on game day we take some time to run through the whole presentation.
YungRef: How do you make sure you communicate fluently with your team?
Bram: It’s also something you should discuss in advance. For instance, you should agree on when to use your beeper flags, or about which situations your assistants should and should not raise their flag for fouls in their area. And as far as the headset goes: discuss beforehand how you will communicate during certain situations – like: offsides, goals or mass confrontations.
YungRef: What do you consider to be the best way to talk effectively with players and coaches during the game?
Bram: To me, it’s quite important to be accessible to players. If they want to ask something during the game: no problem. And we don’t have to be stern and serious all the time: adding humor or a little joke here and there may help, and players usually appreciate that. As long as it stays amicable and respectful. When players drop their level of respect, it’s time for you to become stricter in your way of communicating, too.
YungRef: Not many people realise how important the role of the fourth official is during a game. As someone who has had quite some experience with it, do you deal with rowdy players’ benches during difficult situations?
Bram: It’s true: people often underestimate this job. As a main referee, you need to be in control of twenty-two players. That’s quite a lot, but as a fourth official you basically take the heat from a multitude of people: coaches, players and dozens of other personnel. Then again, you should keep a low profile, to avoid too much protest. It’s not forbidden to explain decisions of the main referee to coaches – if they ask you politely (laughs). You also need to talk to them in a humane way, while keeping your emotions under control. Again: it’s all about mutual respect.
YungRef: Finally: any general recommendations for referees?
Bram: Simple:just try to have fun with this fantastic job. Also: be physically prepared, because modern football asks for it. If you’re young and ambitious: prepare to get more and more athletic. Be confident during games, but make sure you know every law of the game by heart. Be ambitious, but never forget to stay realistic: do everything step by step!
Na de medium-intensity-oefeningen van vorige keer zet ik nu even een andere oefening in de kijker: sprintoefeningen. Die zijn qua afstand meestal korter dan de medium- en high-intensity-oefeningen, maar en op een andere manier best intens.
Niet vergeten: voor je met je training start, doe je eerst een opwarming. Lees hier hoe je ze aanpakt.
Oefening 1
Voor deze oefening heb je alleen het strafschopgebied nodig. Het is een goede mix tussen korte sprints, joggen, achterwaarts lopen, zijwaarts lopen en wandelen. Ik doe deze oefening af en toe de dag voor een wedstrijd, omdat ik mezelf dan al niet te hard moet uitputten. In totaal doe je twee sets van elk vijf keer. Het is ook belangrijk om iedere sprint op honderd procent te doen.
Oefening 2
De tweede oefening is er eentje in de categorie ‘speed and agility’. Net zoals de vorige oefening bestaat deze ook uit twee sets, en is ze zowel geschikt voor hoofdrefs als assistenten.
Deel één is de T-drill: je sprint tien meter, daarna loop je steeds zijwaarts van kegel A naar kegel B, van kegel B naar kegel C, en terug naar kegel A. Ten slotte loop je achterwaarts terug naar je startpunt.
Deel twee is de CODA-drill: hier sprint je eerst tien meter, om dan vervolgens twee keer (links en rechts) zijwaarts te lopen. Dan sprint je terug naar je startpunt.
In totaal doe je twee sets van beide. Dit komt ongeveer op een vijftal minuten alles geven.
Laat in de comments zeker weten hoe het ging, en of je zelf nog tips hebt voor goede speed- of agility-oefeningen. Succes!
In de vorige afleveringen van ‘Tips voor matchdag’ hebben we het al over verschillende soorten opbergtassen gehad: de organiser, de kledingorganiser, de schoenenopberger, enzovoort. Maar er is er nog eentje: de toilettas. Die bespreken we in de twaalfde aflevering van ‘Tips voor matchdag.’
Wil je ze zelf ook aanschaffen? Dat kan hier. Zelf nog vragen of tips over de toilettas of ideeën voor volgende onderwerpen voor ‘Tips voor matchdag’? Laat ze achter in de comments of via een dm op Instagram.
Hoe jammer het ook is: we kunnen nog altijd niet om corona heen, dus ook niet in het voetbal. Een mondmasker dragen én een goede handhygiëne blijven belangrijk om jezelf te beschermen. Op de Duitse webshop van B&D Allzweck Sportartikel kun je sinds het begin van de crisis terecht voor een handig hebbeding: een pen met een spuitbusje dat je kunt vullen met ontsmettingsmiddel, om zo efficiënt mogelijk je handen te ontsmetten tijdens matchen. Wanneer ik die pen gebruik, en wanneer ik toch maar mijn mondmasker opzet, daarover vertel ik in de elfde aflevering van ‘tips voor matchdag’.
Op de site van B&D kan je de penflesjes kopen mét of zonder alcoholgel – je kunt ze ook gewoon zelf hervullen. Het mondmasker met het logo van de Belgian FA vind je terug op de RBFA webshop (ze zijn momenteel wel uitverkocht).
Het RBFA mondmasker en de penflesjes van B&D
Hoe pak jij dit aan tijdens wedstrijden? Had je ooit al van deze producten gehoord of gebruikte je ze al? Laat het weten in de comments. Stay safe!
Onlangs ruilde ik scheidsspullen met een collega uit Japan: in het pakje dat hij me stuurde, vond ik drie badges van de nationale voetbalbond, twee ‘respect’-badges en een kaartenset met behalve een gele en een rode ook een groene kaart. Die laatste had ik nog nooit gezien.
Toen ik het even bij mijn Japanse collega navroeg, bleek die groene kaart gebruikt te worden voor de promotie van fair play tijdens de wedstrijd. Het is te zeggen: bij u12-wedstrijden, want volgens de Japanse voetbalbond JFA moeten kinderen op die leeftijd gaan beseffen dat in voetbal gerust wat emoties mogen zitten, maar dat het toch ook vooral een gezellig spel moet zijn. Dus: spelers die fair play tonen, krijgen een groene kaart van de ref.
En met fair play bedoelt de JFA:
de regels van het spel goed begrijpen (en snappen dat die regels er zijn om de spelers te beschermen)
de scheidsrechter(s) én tegenstrevers respecteren
Maar wanneer trekt de ref nu precies zo’n groene kaart? Simpel: als een speler …
het spel zelf stillegt bij een blessure van een tegenstander
een goede houding toont tijdens de match
toegeeft dat de bal bijvoorbeeld over de achterlijn ging en het dus corner is …
voorkomt dat ploegmaats zich slecht gedragen
excuses aanbiedt of een hand schudt na een onbedoelde overtreding.
Als de scheidsrechter merkt dat de teams echt aandacht besteden aan één of meer van deze vijf criteria, dan kan hij na het laatste fluitsignaal zijn groene kaart tonen aan de bank van dat team. Het is dus zo’n beetje te vergelijken met fair play-punten die bij ons wel eens op toernooien worden gegeven.
Zouden jullie dit ook graag zien in onze competities? En waarom (niet)? Laat zeker iets achter in de comments. Meer info over fair play en de groene kaart in Japan vind je op de JFA fair play-pagina.
During last season’s winter break I decided to try out REFSIX, an app that allows you to add all your match data – goals, red or yellow cards and substitutions – directly on a smartwatch, live during the game. Meaning: bye-bye to pen and paper. The idea sounded really good, so I gave it a go during a friendly game, and guess what? It was everything I had hoped for. I’ve been using it ever since.
REFSIX is the brainchild of one man: Hassan Rajwani. He’s a referee in the English amateur league, and I had the pleasure to talk to him about REFSIX.
Yungref: How did you come up with the idea for REFSIX?
Hassan: “The idea was born during my referee course in 2008. They told us we had to write down all match data in our wallet. And I was thinking: ‘What? Writing on paper? In 2008?’ (laughs) Right around that period the first iPhone came out, so I thought: why not develop an app in which you could write down match data, straight to your phone? Which we did. But six years later Apple released its smart watch, and then I knew: if we could get the app on one of those, that would be brilliant.
For my graduation project I had to develop an app, so that became REFSIX. And as soon as we released it, it became popular very quickly.”
Yungref: Did you put a lot of money in advertising?
Hassan: “Actually, no. In the early days, we simply attended a lot of meetings of referee associations, because that’s where our main audience was. We just told referees about our app and gave a little demo. We also created a YouTube channel and uploaded videos with tips and tricks, just to give users advice about special features. The rest is just word of mouth: referees who like the app tell their friends and colleagues. And that combination still works wonders, ‘cause we’re still growing.
Yungref: Do any famous referees use the app?
Hassan: “Back in 2019, our REFSIX team went to America for the Dallas Cup. Some FIFA referees were present, like Matthew Conger from New-Zealand who refereed during the World Cup in 2018. He used our app for his games, and that felt really special to us. But we like to focus more on the amateur refs, because we had them in mind when designing the app.
The Premier League has a system of its own, and they have a team of four officials who can do the admin during the game. In the amateur league you’re often on your own, you have no one to fall back on – it’s your responsibility to do everything correctly. REFSIX can be pretty helpful in those situations.”
Yungref: A while ago you added some new features. For instance, it’s now possible to add a whole new match entirely on your smart watch – previously, you had to do that on your phone. How did you come up with this idea? And any more features coming soon?
Hassan: “We designed the 5.0 version for different reasons. In America, for example, there are always lots of tournaments. Referees mostly leave their phone in the dressing room, but it’s a bit of a nuisance to head back there for every new game. Now, like you said, referees can create a new game on their watch.
Some new features in the app
Actually, right now we’re focusing on actions you could only do on your phone, like change the team’s shirt colours. Now, you can also do that on your watch. It’s a small detail, but anything that makes REFSIX more handy is on the top of our list. Most of this feedback comes from the users themselves. In the app or on our site, you just navigate to ‘More’ and then to ‘Give feedback’. If you tell us what you want, we can look into it and improve the app more and more.”
Yungref: Can you give some secret tips or tricks for the users?
Hassan: “Of course. First of all, I can recommend referees to experiment with our timing options. We have four of them: an elapse timer, a countup timer, a countdown timer and an additional timer. And the fun thing: you’re able to use three at the same time. During my games, I always use the elapse and countdown timers plus the additional timer. This way, I’m hyper-aware of where I am in the game – I know exactly how much time has passed and how much is still left before the final whistle.
We also have two different watch faces. The big timer has a focus on timing, the classic one shows the score while the time is more in the background. Another handy feature: you can start the second half from the 45th minute, instead of having to start from 0 again.
Screenshot of the timer settings
I would also recommend a lot of practice – get used to the system before taking it out on the field. And use it step by step: first, only track the time and write down the goals. Once you’re familiar with that, you can start using it for cards and subs.
If you need any more tips: check out our YouTube channel, as we have regular updates there.”
Yungref: What’s your standard line to people who don’t use REFSIX and need a little convincing?
Hassan: “That our system is very useful for three major reasons. First, it makes administration before, during and after the game so much easier. You’ll also make less mistakes than when you’re using notecards.
Also, the system tracks your performance status. You get all sorts of stats, like your heatmap and the distance you covered – you learn a lot by looking at those, and you can use that info to improve yourself.
And the thing I like the most: you’re able to log your whole career. In the blink of an eye, you can see how many games you’ve refereed, how many cards you’ve handed out, etcetera.”
Yungref: The last one’s my favourite, too. Thanks, Hassan!
Interested in getting the REFSIX app? You can get it from the AppStore and GooglePlay Store, and thanks to Hassan, I can offer the readers of my blog 15% discount if they want to upgrade their app to the PRO-version. Just add the code YUNGREF to REFSIX PRO. Much appreciated, Hassan!
REFSIX is also active on Instagram, Facebook and Twitter. This video is a nice introduction to the app:
And if you have further questions about the app itself, don’t hesitate to leave a comment or send me a dm on Instagram. See you!
Communicatie is altijd en overal van belang, maar tijdens een wedstrijd is het essentieel. En niet alleen moet je duidelijk communiceren met spelers, maar ook met coaches en supporters. In deze post geef ik wat tips hoe je die communicatie kan toepassen in een wedstrijd.
Afspraken
Het begint eigenlijk al vóór de wedstrijd: ik maak op voorhand altijd afspraken met de coaches. Ik leg uit wat ik van iedereen verwacht. Bijvoorbeeld: dat de spelers tijdens de match gerust mogen vragen waarom ik een bepaalde beslissing nam. Op één voorwaarde: dat ze het met respect doen. “Anders trek ik geel,” zeg ik dan. Meestal zorgen die afspraken voor een rustig wedstrijdverloop, omdat coaches dan ineens weten hoe ik een wedstrijd aanpak.
Lichaamstaal
Lichaamstaal is zeer belangrijk als scheidsrechter. Spelers en trainers zijn het vaak niet eens met je beslissing, dus moet je je beslissingen als het ware ‘verkopen’.
Het begint met het maken van duidelijke gebaren. Is er een handsbal, dan wijs je na het fluiten naar je arm. Zorg dat iedereen het gezien heeft – spelers en coaches, maar ook de supporters. Zo weet iedereen waarom je floot: dit was hands. Overdrijf desnoods een beetje: hou je arm een seconde langer in de lucht, of doe de beweging wat theatraler dan je normaal zou doen.
Kijk even naar de Engelse ref Mike Dean: je hoort niet wat hij zegt, maar je weet direct dat er niks aan de hand is.
Mike Dean is een meester in body language
Wat ook helpt, is de juiste gelaatsuitdrukking als je een beslissing neemt – het liefst is die neutraal. Begin dus bijvoorbeeld niet te glimlachen als je een speler uitsluit: dat komt echt niet goed over. Als een speler iets herhaaldelijk doet dat niet door de beugel kan, dan laat je hem dat kordaat weten – zie deze situatie waarin Björn Kuipers aangeeft dat hij genoeg heeft van het gezeur van Neymar Jr.
Björn Kuipers is klaar met het gezeur van Neymar Jr. op het WK 2018
Maar met lichaamstaal alléén los je het niet op: zorg vooral dat je altijd kort bij de actie staat. Als je een fout fluit als je op twee meter afstand staat, komt dit sowieso geloofwaardiger over dan wanneer je nog twintig meter achter bent: je hoeft dan helemaal niks te ‘verkopen’, iedereen weet dat je het gewoon gezien hebt. Een goede conditie hebben is dus noodzakelijk.
Fluitsignaal
Je fluitsignaal kan ook je body language extra ondersteunen, en omgekeerd. Het is goed om van nature een stevig fluitsignaal te hebben, maar dat wil niet zeggen dat je je eigen intonatie niet kan veranderen. Een kleine overtreding kan je op een kalme manier fluiten: kort maar krachtig. Maar als de overtreding rood waard is, mag je fluitsignaal luider en steviger zijn. Mijn filosofie is die van ex-topref Frank De Bleeckere: “Als je naar een wedstrijd kijkt met je ogen dicht, moet je aan het fluitsignaal van de ref kunnen horen om welke aard van overtreding het gaat,” zei hij er ooit over.
Met spelers
Praten met spelers tijdens de match: het werkt. Ik probeer spelers vaak op een rustige en vriendelijke manier aan te spreken, en niet alleen als ik ze een waarschuwing geef. Een klein babbeltje tussendoor: dat appreciëren ze wel. Als ze merken dat hun ref geen politieman is die de regels alleen strikt wil toepassen, maar iemand die ook plezier heeft in het spel, dan worden ze vanzelf kalmer. Als ik dan plots toch een overtreding fluit, aanvaarden ze dat sneller.
Gele kaarten: je strooit er nooit zomaar mee in het wilde weg, maar je bouwt het best een beetje op:
In het begin van de wedstrijd fluit je gewoon de fout.
Dan geef je een terloopse waarschuwing voor de speler die de fout maakte.
Volgt er dan nog een overtreding, dan geef je een gele kaart.
Daarna geef je een tweede gele kaart of meteen rood.
Deze regels zijn van toepassing binnen één team: als drie spelers van hetzelfde team een fout maakten, gaat de vierde de volgende keer zonder fout op de bon. Ook geldt deze opbouw enkel voor kleine overtredingen: trapt een speler in de vierde minuut een tegenstander op de enkels, dan krijgt die uiteraard meteen rood.
Ook na de wedstrijd probeer ik, terwijl ik het wedstrijdblad invul, nog een kort gesprek te doen met de coaches. Zijn er discutabele fases geweest, dan heb ik even de kans om mijn beslissingen even uit te leggen.
Dat waren alvast mijn tips om jouw communicatie op het veld te verbeteren. Heb je er nog andere? Laat het me even weten in de commentaren of stuur een dm via Instagram (@yungreflife).
Te weinig tijd om de langere documentaires over scheidsrechters te bekijken? Check dan gerust de reportages hieronder: een selectie van kortere filmpjes over arbitrage die zeker de moeite zijn.
The referees, RBFA
Een tijdje geleden postte de RBFA – de Belgische voetbalbond – een reportage waarvoor een aantal scheidsrechters én opleiders geïnterviewd werden. Onder anderen FIFA-ref Bram Van Driessche en Bertrand Layec en Stephanie Forde – de bazen van het Referee Departement in België, zeg maar – leggen uit hoe refs trainen en zich voorbereiden op wedstrijden. Je komt ook te weten hoe ze zich mentaal scherp houden, bijvoorbeeld door wedstrijdclips te herbekijken en te analyseren.
Reportage Boucaut, VOOSPORT
Een unieke blik achter de schermen tijdens Standard – Anderlecht in 2012. Lees: niet bij de spelers, wél bij ref Alexandre Boucaut en zijn team. VOOSPORT volgde Boucaut voor, tijdens en na de match, van zijn bezoekje aan een plaatselijke club tot in Sclessin, het stadion van Standard. Het was één van de eerste scheidsreportages die ik zag, en ik vond het toen best wel indrukwekkend om te zien hoe alles liep: wedstrijdvoorbereiding, opwarming, communicatie met spelers.
‘Le quotidien Lionel Tschudi’, Blue Sports Romandie
Van België even naar Zwisterland: achter de schermen bij de destijds nieuw aangestelde FIFA-scheidsrechter Lionel Tschudi tijdens de wedstrijd Stade Laussane – FC Chiasso. Ook hier volgen ze Lionel met zijn team bij zijn wedstrijdvoorbereiding: hij legt uit hoe dat precies in zijn werk gaat. Tijdens de wedstrijd kan je dan weer meeluisteren met het refteam. Tschudi legt ook uit dat je – zelfs als je eenmaal internationaal mag fluiten – nog altijd een erg lange weg moet afleggen voor je op het allerhoogste niveau terecht komt, met name in de Champions League en het WK.
Wedstrijddag met Joey Kooij
Van Zwitserland even naar Nederland: achter de schermen bij KNVB-ref Joey Kooij, die nu al in de Eredivisie fluit. Het is een reportage uit 2018, maar zeker niet minder goed. Joey legt namelijk goed uit hoe de matchdag zelf in elkaar zit: hoe hij vertrekt, wat ze precies doen als ze bij het stadion aankomen. Ook vertelt hij waar hij nog zou willen geraken, hoe hij een wedstrijd managet enzovoort. Je steekt er alweer iets van op.
Krijg je nog niet genoeg van al die scheidsreportages of heb je zelf nog aanraders? Laat ze me zeker weten via de reacties of Instagram. Binnenkort doe ik zeker nog eens een post over kijktips, want ik heb nog wel wat toffe docu’s en reportages staan. Tot snel!
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.