Hoe werkt een scheidsrechterteam? FIFA-ref Bram Van Driessche deelt zijn inzichten

Voetbalfans hebben het misschien nog wel eens over ‘de scheidsrechter’, maar in ons vak spreken we allang niet meer over dat ene individu, maar over een team. En terecht: in mijn regio Antwerpen fluiten we vanaf de derde provinciale klasse met een trio, jeugdwedstrijden doen we vanaf de elite van de U16 met z’n drieën. Ook in eerste klasse wordt de term ‘scheidsrechterteam’ steeds belangrijker, zeker nu we ook met een VAR werken en er per match maar liefst zeven officials aangeduid worden. Maar hoe werkt dat nu eigenlijk, zo’n team? Ik vroeg het aan FIFA- en eersteklasseref Bram Van Driessche.

YungRef: In onze Pro League en internationaal ga jij vaak met hetzelfde team op pad. Welke voordelen heeft dat?

Bram: Vooral dat er bepaalde automatismen ontstaan: hoe meer matchen je samen fluit, hoe meer je op elkaar ingespeeld raakt. Je leert elkaars zwakke én sterke punten kennen, en zo kan je elkaar makkelijker wakker houden tijdens de wedstrijd.  

Een valkuil is wel dat je té veel op die routine gaat vertrouwen. Elke wedstrijd is anders: teams spelen anders, de context van de wedstrijd is anders, en de inzet kan heel erg verschillen. Als je dan zomaar op je routine terugvalt, zou het in bepaalde wedstrijdfases wel eens kunnen mislopen.

Gelukkig hebben we ook onze communicatieheadset: die helpt ons duidelijk communiceren, waardoor we beter gefocust blijven.

YungRef: Aha, de elektronische hulpmiddelen. Wat is voor jou de meerwaarde van zo’n headset – en misschien ook van biepvlaggen?

Bram: Biepvlaggen gebruiken we inderdaad ook, maar ik leg meer de nadruk op efficiënte communicatie via de headset: alle key decisions moeten via die weg gemeld worden. Ik heb dat bakje voor de biepvlaggen wel nog steeds aan mijn schouder hangen, want je weet maar nooit. Maar verder vertrouw ik liever op wat mijn assistenten en de VAR me vertellen.

YungRef: Wat bespreek jij op voorhand zoal met je team?

Bram: We hebben een paar basisafspraken die we iedere keer herhalen. Dat ik zelf weinig of geen inworpen meer aanduid, bijvoorbeeld: ik laat dat liever aan mijn assistenten – tenzij het echt niet duidelijk was.

Nog een belangrijke: dat we de context van een match zo goed mogelijk moeten lezen, en als team vooral flexibel moeten arbitreren – rust inbouwen als het nodig is, mij actief bijstaan bij mijn beslissingen, en meedenken in moeilijke situaties zoals opstootjes.

YungRef: Welke instructies krijgen jullie van de bond over teamwork en communicatie in het algemeen?

Bram: Qua communicatie krijgen we geen specifieke richtlijnen mee. Iedere ref heeft sowieso een andere stijl en pakt de dingen dus anders aan. We hebben wél een concreet VAR-protocol: welke specifieke woorden we moeten gebruiken wanneer de VAR en de hoofdref met elkaar communiceren. Dat is wel noodzakelijk, want het gaat over wedstrijdbepalende situaties die we hoe dan ook correct moeten beoordelen.

YungRef: Steek je soms iets op van andere refs op het gebied van teamwork en communicatie?

Bram: Uiteraard. Ik ben vaak de vierde man in wedstrijden waar een collega-ref instructies geeft, en daar leer je elke keer weer van bij. Nu ja, eigenlijk leer je van eender welke ref of observer iets bij. Dat is ook het toffe: je ziet hoe anderen het op hun manier doen, en het kan niet anders of je pakt dat mee naar je eigen team. Natuurlijk kan je dat niet zomaar kopiëren, en het is belangrijk dat je je eigen stijl behoudt. Maar je kan wel andermans methodes mixen met de jouwe, en daar word je alleen maar beter van.

YungRef: Samen met het team van Lawrence Visser heb je in Bernabeu een Champions League-wedstrijd van Real Madrid geleid: één van de mooiste wedstrijden uit je carrière, neem ik aan?

Bram: Absoluut, ook al omdat het mijn eerste ervaring was in de groepsfase van de Champions League. Da’s echt genieten als team, hé.

Maar ik ben ook trots op mijn eerste wedstrijd in de groepsfase van de Conference League, HJK Helsinki tegen Alashkert. En als we toch over hoogtepunten aan het praten zijn: die keer dat ik in Spanje de Youth League-wedstrijd Deportivo-Pogon mocht fluiten. Een U19-wedstrijd met maar liefst negenduizend toeschouwers, dat is echt uitzonderlijk. Mijn observer daar was trouwens Alberto Undiano Mallenco, die lang tot de top van Europa heeft behoord.

Team Van Driessche voor Deportivo-Pogon

YungRef: Als laatste: wat zou je nog willen bereiken in je carrière als ref? En daarna?

Bram: Ik ben eigenlijk niet iemand die ver in de toekomst kijkt, ik heb meer de ingesteldheid van: step by step. Ik moet ook realistisch blijven: ik ben zesendertig en zit aan mijn zevende seizoen in de Jupiler Pro League. Uiteraard streef ik er nog altijd naar om hogerop te geraken, maar we zullen wel zien. Ik focus meestal op mijn komende wedstrijden – alles wat daar bovenop komt, is gewoon mooi meegenomen.

Bedankt dat je de tijd wilde nemen om je ervaringen te delen, Bram! Veel succes met de komende wedstrijden ook. En voor mijn bloglezers: in deel twee volgende week deelt Bram nog tips voor betere communicatie en hechter teamwork.

Leuke herinnering: foto met Bram op trainingskamp vorige zomer 🙂

Over het mentale aspect van de ref: FIFA-scheids Nathan Verboomen deelt zijn ervaringen

Bij een jeugdwedstrijd in België staan er gemiddeld zo’n dertig of veertig mensen langs de lijn: reservespelers, coaches en supporters. Niet zo ongelofelijk veel, maar je moet er als ref toch maar mee om kunnen. Een heel ander verhaal is het in de eerste klasse: als de ogen van twintigduizend toeschouwers op jou gericht zijn, moet je dat écht goed kunnen plaatsen. Maar hoe doe je dat dan, concreet? Nathan Verboomen (met hem deed ik eerder al een interview), actief in de Jupiler Pro League en FIFA-ref, wou met veel plezier zijn ervaringen daarover delen.

YungRef: Hoe voelt het eigenlijk om zo’n tot de nok gevuld stadion binnen te lopen?

Nathan: Het is altijd anders: soms fluit je in een stadion met een capaciteit van dertigduizend toeschouwers, maar is het maar voor de helft gevuld. Dan weer fluit je in een veel kleiner stadion waar maar vijfduizend toeschouwers binnen kunnen maar dat stampvol zit – dat laatste vind ik altijd een pak leuker. Zo floot ik deze zomer een wedstrijd tussen de Bosnische club Velez Mostar en het Griekse AEK Athene, en ik heb nooit eerder zoveel sfeer in een voetbalstadion meegemaakt. Bij ons gaat het supporterslawaai als het ware op in de lucht, maar in de Balkanlanden is het juist omgekeerd: de akoestiek van het stadion zorgt ervoor dat alles binnen blijft hangen. En dus: een echt kippenvelmoment, daar in Bosnië.

Nathan en zijn team tijdens de toss

YungRef: Focussen jullie als team tijdens de wedstrijdvoorbereiding op dingen zoals supportersreacties, of de mentale druk die wedstrijden met zich meebrengen?

Nathan: Niet speciaal, al zijn we ons natuurlijk heel erg bewust van hoe belangrijk sommige wedstrijden zijn voor de clubs. Maar hoe hoger je gaat fluiten, hoe meer je met die druk leert omgaan. Eigenlijk is de enige druk die je voelt degene die je jezelf oplegt. Voor de rest moet je elke match gewoon beschouwen als een ander. Van de supporters merken we in eerste klasse sowieso niet veel, omdat we daar met een communicatiesysteem werken.

YungRef: Hoezo?

Nathan: Het zit zo: zo’n communicatiesysteem bevat verschillende geluidsfilters, waaronder eentje die achtergrondgeluiden uitschakelt. Daardoor horen we het bijvoorbeeld niet als één van ons staat uit te hijgen na een paar stevige sprints. Het fluitsignaal is natuurlijk zo sterk dat het er sowieso door komt, maar van de supporters horen we eigenlijk alleen maar dát ze iets roepen – we horen nooit precies wat. En da’s wel degelijk een voordeel: je blijft beter gefocust op de wedstrijd zelf én je laat je niet beïnvloeden door het publiek.

YungRef: Hebben jullie toen de VAR werd ingevoerd extra mentale training gevolgd? Tenslotte kunnen jullie nu naar de kant geroepen worden omdat jullie misschien iets gemist hebben, en dan krijgt je zelfvertrouwen misschien wel een knauw.

Nathan: Mentale training: nee. Maar we hebben wel goed nagedacht over en geoefend op onze algemene houding, want alle ogen zijn dan op jou gericht: wanneer wandel je naar de zijlijn als de VAR erom vraagt en wanneer jog je, hoe breng je je beslissing over op de spelers enzovoort. Verder is het gewoon een proces van vallen en opstaan. En van beseffen dat de VAR er niet is om jou als ref af te breken, maar om je te helpen om de wedstrijd zo goed mogelijk te leiden. Je moet er dan ook elke wedstrijd opnieuw voor openstaan, en bereid zijn om je beslissing te wijzigen als dat nodig is. Maar daar leer je na een tijdje gewoon mee omgaan. We kijken ook steeds de beelden van VAR-beslissingen terug, zodat we met eigen ogen kunnen zien wat we goed deden en hoe we ons nog kunnen verbeteren.

YungRef: Als ref sta je elke wedstrijd opnieuw onder druk – of je nu een Champions League-wedstrijd of eentje bij de U15 fluit. Zijn er momenten geweest waarop jij de druk even niet meer aankon?

Nathan: Elke ref heeft dat soort momenten: daarin ben ik geen uitzondering. Iedereen maakt fouten of heeft z’n dag gewoon eens niet. Daarom is het heel belangrijk dat je blijft beseffen dat je ook maar een mens bent. En als er eens iets vervelends is voorgevallen, dan moet je daar als ref gewoon veel over praten met mensen die je vertrouwt en die jou goed kennen: vrienden, ouders, familie, noem maar op … Door erover te praten, kan je ‘t beter verwerken. En je kan misschien ook kijken hoe je in het vervolg gelijkaardige situaties aanpakt.

YungRef: Ten slotte: heb je voor amateurrefs misschien nog een gouden tip om beter met druk en supporters om te gaan?

Nathan: Probeer jezelf geen druk op te leggen. Blijf gewoon altijd jezelf, ook op het veld. Je doet dit ook voor je plezier, fouten maken is deel van het menszijn. En probeer zoveel mogelijk je emoties onder controle te houden – emotionele beslissingen nemen, daar wordt niemand op het veld beter van. Blijf in die moeilijke situaties dus altijd kalm en gefocust.

Die laatste neem ik alvast ter harte. Dank voor je tijd, Nathan, en nog erg veel succes dit seizoen!

‘Mijn patiënten verzuchten wel eens: ‘Amai, het is eraan te merken dat jij arbiter bent.’ Interview met kersvers FIFA-scheidsrechter Caroline Lanssens

Onlangs publiceerde de RBFA haar nieuwe lijst met internationale refs. Slechts één kleine wijziging daarop: Caroline Lanssens, sinds begin vorig jaar actief in de Scooore Super League (de Belgische eerste klasse voor vrouwen), mag voor het eerst zo’n felbegeerde FIFA-badge op haar tenue kleven. Tijd voor een interview over haar carrière als ref en haar job als kinesiste.

Foto: Bco Pics

YungRef: Eerst en vooral: proficiat met je FIFA-badge, Caroline. Was je verrast toen je het te horen kreeg?

Caroline: Superblij vooral, maar toch ook wel een beetje verrast, ja. Omdat ik pas sinds februari 2021 in de Scooore Super League zit, had ik het namelijk nog niet verwacht. We hebben in België vier FIFA-badges voor de vrouwen, waarvan er twee ingevuld waren: door Viki De Cremer en Lois Otte. Die laatste is net gestopt, dus waren er in principe drie vrij. Maar ik had nooit aan mezelf gedacht – de bond dacht daar gelukkig anders over.

YungRef: Wat heb je het afgelopen seizoen zoal geleerd in de Super League?

Caroline: Vooral: dat elk team er elke wedstrijd keihard voor gaat, ongeacht hun plaats in het klassement – heel leuk eigenlijk. Op persoonlijk vlak heb ik vooral mijn management met spelers kunnen opkrikken: ik weet nu veel beter hoe ik een speler moet aanspreken, of wanneer ik dat het beste doe. In het begin kreeg ik elke week een observer mee, en da’s echt een luxe: je gaat gewoon een pak sneller vooruit. Wat ze dan zien, is bovendien geen momentopname zoals anders: ze konden week na week op het veld vaststellen wat ik met hun feedback deed.

YungRef: Een jaar geleden richtte je mee de vereniging Belgian Female Referees op. Vanwaar dat idee? En waarin verschilt jullie kring van andere scheidsverenigingen?

Caroline: Jaren geleden was Stephanie Forde gestart met trainingen voor een groep dames in Sint-Niklaas, en daar hoorde een whatsappgroepje bij waarin ze de vrouwelijke refs verzamelde. Samen met Ella De Vries, die ook in de Scooore Super League actief is, liep ik al een tijdje rond met het idee om die oude whatsappgroep terug actiever te maken, maar het kwam er nooit van.

Tijdens de eerste coronalockdown lanceerde de vriendenkring van Oostende op Instagram een ‘referee challenge’: ze wilden een andere kring uitdagen om een wedstrijd te houden. Wie kan in groep de meeste kilometers lopen, wie kan de meeste CORE-minuten behalen enzovoort. De uitdaging sloeg ook aan bij andere kringen, en toen ging de bal aan het rollen. Wij dachten: dat kunnen wij ook. En toen hebben we – samen met Jana Van Laere – ineens onze Belgian Female Referees gelanceerd op Instagram- en Facebook. Die pagina’s blijven trouwens nog altijd groeien.

En waarin we anders zijn? Onze leden zijn alléén vrouwen, en ze komen uit het hele land, niet uit één regio. We vragen geen inschrijvingsgeld, en hebben daardoor ook geen echte werkingsmiddelen. Maar ook geen verplichtingen zoals een echte vriendenkring, dus. Heel leuk allemaal, maar ook een beetje lastig: probeer maar eens trainingen te organiseren met mensen uit Hasselt, Brugge én Antwerpen. Daarom doen we soms online trainingsessies, dat is een stuk makkelijker. We hebben ook al eens een gewone online vergadering gedaan met een gastspreker – Riem Hussein, die afgelopen jaar nog de Champions League finale bij de vrouwen floot.

Foto: Sportpix/David Catry

YungRef: Naast ref ben je door de week actief als kinesist. Overlapt die job soms met de arbitrage? Neem je uit de job ook dingen mee naar wedstrijden of omgekeerd?

Caroline: Veel meer dan je denkt. Je moet in beide jobs beslissingen nemen die toch enige impact kunnen hebben op spelers – of op patiënten. Die laatste verzuchten wel eens dat ik zo recht door zee ben: “Amai, het is eraan te merken dat jij arbiter bent.” Ik denk dus dat ik mijn managementskills van op het veld meeneem in mijn werk als kinesist. (lacht)

YungRef: Komen jullie net als bij de mannen ook af en toe samen voor nationale trainingen in Tubeke?

Caroline: Eén keer in de maand, ja. We trainen dan samen met de mannen van de Top BCORE-groep, de grootste talenten uit de amateurreeksen die voorbereid worden op het profvoetbal. Er is dan ook aansluitend een technische sessie – er komt dan bijvoorbeeld een ref uit de eerste klasse spreken. Verder sluiten we aan bij de regionale trainingen van de refs die actief zijn in de amateurreeksen en zijn er trainingen met de aanstormende scheidstalenten uit de provincie Limburg.

YungRef: Ten slotte: wat wil je nog bereiken in je carrière?

Caroline: Ik denk dat het nu belangrijk is dat ik eerst wat ervaring opdoe tijdens mijn eerste internationale wedstrijden. Normaal gezien ging ik samen met Lawrence Visser op UEFA-stage naar Cyprus, maar die is helaas uitgesteld door corona. Ik ga er vanuit dat die binnenkort wel opnieuw op de planning komt te staan. En op langere termijn wil ik natuurlijk graag hogerop geraken in de UEFA-categorieën. Maar niet vergeten: ik wil ook gewoon plezier blijven hebben in deze prachtige hobby – want dat is het toch nog altijd.  

Foto: Robert Absolonne

Bij dezen: het allerbeste voor Caroline, succes en veel plezier! En voor mijn lezers: hou mijn blog de komende week in de gaten, want Caroline heeft nog een paar goede fitnesstips voor jullie …