Gisteren floot ik de U12 A van Berchem tegen Rupel Boom. Een erg boeiende partij, dus bij dezen het matchverslag:
Berchem begon erg furieus aan de wedstrijd en domineerde tijdens het eerste kwart: na 8 minuten spelen stond de thuisploeg op 1-0 voorsprong.
Het tweede kwart was dan weer voor de bezoekers uit Boom, en ik kon duidelijk voelen dat de druk wat groter werd. Er werd ook wat fysieker gespeeld, weliswaar binnen de perken, dus dat maakte de match wel spannender. Ruststand: 2-1.
Tijdens het derde kwart waren beide ploegen aan elkaar gewaagd, er was nauwelijks een niveauverschil te merken, maar toch scoorde Berchem nog op het einde van het derde kwart. Je voelde toen al dat de match nog niet helemaal gespeeld was – voor mijzelf was de boodschap: opletten in het vierde kwart!
Toen Boom de 3-2 maakte via een owngoal dreef dat de spanning nog extra op. Je voelde dat er aan beide kanten een paar spelers wat zenuwachtiger werden, er werd al eens wat harder geduwd en getrokken, maar ik bleef alle foutjes consequent fluiten – ik had op geen enkel moment het gevoel dat ik de match niet onder controle had.
Uiteindelijk viel in minuut 56 de 3-3. In de blessuretijd moest ik wel nog geel trekken voor de linksachter van Boom, omdat hij een speler langdurig vasthield. Hoe dan ook: alweer een leuke wedstrijd om te fluiten.
Wat het nog extra leuk maakte: Lucas, mijn ex-ploegmakker van bij Cantincrode, stond alweer naast de zijlijn – een beetje om te supporteren, maar vooral om te kijken hoe dat arbitreren in zijn werk gaat: hij wil namelijk ook scheidsrechter worden. Samen met vijf andere jongens heeft hij zich onlangs aangesloten bij de Youth Referee Academy van Berchem: dat is supergoed nieuws, want we kunnen altijd nieuwe rekruten gebruiken!
Tot zover het matchverslag, volgende keer vertel ik meer over onze YRA-stage in Blankenberge!
Ook dit prachtige seizoen is helaas ten einde gekomen. Ik heb heel wat mooie wedstrijden gefloten. Soms ging het met vallen en opstaan, maar toch: een seizoen om nooit te vergeten. Waarom? In de eerste plaats omdat ik me heb aangesloten bij de Youth Referee Academy van Berchem Sport, natuurlijk. Ik heb er heel veel bijgeleerd en – vooral – best wat olifantenvel gekweekt. Er wordt sneller en fysieker gevoetbald dan bij mijn thuisclub Cantincrode, dus ik moet zelf harder mijn best doen om mee te kunnen. Soms moet ik ook strenger zijn dan bij andere clubs, omdat het niveau en de sfeer van de match daar om vragen.
Hoogtepunten? Ik ben een keertje bij Antwerp en Club Brugge gaan fluiten. En ik heb best wat toernooien gedaan, waaronder de Fair Play Cup van Cantincrode, een U9-toernooi op Berchem, een U13-toernooi op Zandhovense en tenslotte de VC Mortsel Cup voor volwassenen. Allemaal leuke wedstrijden, waaronder drie finales!
Om even vooruit te blikken op volgend seizoen: de jeugdopleiding van Berchem heeft een deal met die van Anderlecht gesloten; ze gaan kennis en mensen uitwisselen, en er komt ook een Youth Referee Academy bij paars-wit. Dat is goed nieuws voor mij en mijn collega-scheidsrechters: vanaf volgend seizoen mogen we daar af en toe eens een match gaan fluiten – spannend!
Nog meer goed nieuws: tijdens het volgende seizoen word ik vijftien, de leeftijd waarop je écht officieel mag arbitreren. Ik kan dus aangeduid worden voor wedstrijden waarin er tweeëntwintig spelers op het veld staan, in plaats van de zestien die ik meestal fluit. Ik kijk hard uit naar deze nieuwe uitdaging, want het is weer net een tikje échter. Dat het maar snel zover is!
Sinds gisteren snap ik waarom er zo weinig scheidsrechters zijn, en waarom zoveel jonge scheidsrechters afhaken.
Ik fluit supergraag, en ik vertel tegen iedereen die het wil horen wat een fantastische hobby het is. Niet altijd gemakkelijk, je moet ook best wat kritiek kunnen verdragen van de 22 spelers, de coaches en alle andere supporters-die-ook-denken-dat-ze-ref-zijn langs de lijn. Maar dat lukt meestal wel. Sinds enkele weken ben ik aangesloten bij de Youth Referee Academy van Berchem Sport. Mijn eerste wedstrijd daar was best een stevige partij, maar niks om wakker van te liggen.
Maar de U12-wedstrijd die ik gisteren moest fluiten, was het dieptepunt in mijn prille scheidscarrière.
Het begon goed. Er werd al na één minuut gescoord. De gelijkmaker kwam snel, maar de andere ploeg bleef domineren. Vlak na rust werd het 2-3, tien minuten later viel de gelijkmaker.
Toen kwam het laatste kwart van de wedstrijd. Van de vorige partij had ik onthouden dat ik dan scherp moet blijven fluiten, omdat iedereen een beetje zenuwachtig wordt en er sneller en meer overtredingen worden begaan. Dat was hier niet anders.
Een speler van de thuisploeg trok aan het truitje van een tegenspeler, en daar gaf ik een vrije trap voor. Meteen daarop duwde een speler van de thuisploeg opnieuw iemand tegen de mat: geel en opnieuw vrije trap. De bal wordt getrapt, een speler van de thuisploeg springt en houdt de bal met de handen tegen – helaas is hij een verdediger en geen keeper. Dus: opnieuw vrije trap! En ook: geel voor een andere speler die, niet voor de eerste keer, druk komt protesteren. En dit was maar één fase.
Niet lang daarna schaart een speler van de thuisploeg een aanvaller. Ze vallen allebei en hebben duidelijk verzorging nodig. Ik fluit en roep dat er verzorgers op het veld mogen. Plots zie ik dat naast me geduwd wordt. Dat is nergens voor nodig: ik trek geel voor de duwer, waarna de verzorger van de uitploeg roepend op mij komt afgestapt. Hij briest dat ik ‘de wedstrijd niet kapot moet fluiten’ (het was een overduidelijke overtreding, en een opstootje wordt altijd bestraft) en dat ik ‘niet moet doen alsof ik de Champions League fluit’ (hijzelf stond wél langs de lijn te roepen alsof zijn ploeg kans zou maken tegen Bayern München). Ik zei – beleefd, want het lukt me eigenlijk altijd om kalm en beleefd te blijven, ook al staat er een volwassene tegen me te roepen – dat ik nog altijd de ref ben en nog altijd zélf beslis. Omdat hij maar bleef protesteren, heb ik gezegd dat hij naar de tribune moest. Eerst wilde hij dat niet, maar toen zei ik dat ik de wedstrijd anders zou staken. Toen ging hij inderdaad achter de reling staan.
De rest van de wedstrijd was niet leuk meer. Ik moest nog een rode kaart trekken – twee keer geel – omdat iemand zijn truitje uittrok bij de winnende goal in de voorlaatste minuut. Oké: dat is misschien streng, maar het mag niet volgens het reglement. En als er volwassenen tegen je staan te brullen, is het reglement het enige waarop je kunt terugvallen.
Die paar minuten na de wedstrijd zal ik niet snel vergeten. Alleen de trainers van de thuisploeg kwamen me een hand geven en zeggen dat ik het goed gedaan had. Ik kreeg nog een klein applausje van een paar supporters van de uitploeg, maar ik kon niet snel genoeg in de kleedkamer zijn. Ik voelde me rot. Voor de eerste keer, want aan alle vorige wedstrijden had ik veel plezier beleefd, hoe lastig ze ook waren.
Was dit nu speciaal of eerder een voorsmaakje van wat nog gaat komen? Ik weet het: ik moet nog veel leren. Ik heb ook maar twee ogen, en ze staan aan de voorzijde van mijn hoofd: soms heb je dingen niet goed gezien. Maar als ik wél een duidelijke overtreding zie, moet ik dan het geel op zak houden omdat spelers, trainers en supporters het niet gewoon zijn dat een jonge ref zo kordaat is? Moet ik milder zijn omdat ze anders dingen naar me beginnen roepen? Dat kan toch niet de bedoeling zijn?
In mijn interview in Het Laatste Nieuws zei ik iets over het olifantenvel van scheidsrechters. Dit was zo’n wedstrijd waarbij ik besefte: oei, ik moet nog véél olifantenvel kweken. Geen idee of dat gaat lukken. Maar ik begrijp nu echt dat veel jonge scheidsrechters zeggen: ‘Me laten afblaffen door volwassenen die ons zien als vervelende mannetjes die in de weg van mijn spelers lopen? Laat maar, hier heb ik geen zin in.’
Poeh! Wat een leuke laatste vakantieweek heb ik achter de rug. Vooral omdat ik twee wedstrijden mocht fluiten.
Op dinsdag 28/8 floot ik de partij tussen de U10 van V.C. Mortsel en Berchem Sport. Een leuke, rustige partij: er waren maar drie overtredingen waarvoor ik moest ingrijpen. Het begin van de wedstrijd was éénrichtingsverkeer voor Berchem Sport: na 15 minuten stond het al 0-4. Mortsel herpakte zich in het tweede kwart, maar in de tweede helft vielen er nog veel doelpunten. Eindstand: 4-9.
Klaar voor de derby Berchem-Beerschot.
De tweede wedstrijd – de U13 van Berchem Sport tegen Beerschot-Wilrijk op zondag 2/9 – was een ander paar mouwen. Om te beginnen moest ik vroeg op: om 8 uur werd ik al bij Berchem verwacht. Ik werd er goed ontvangen door Marc Cornelis van de Youth Referee Academy, die me wat meer uitleg gaf en zei waarop ik zoal moest letten: hoe ik over het veld loop (in diagonalen), dat ik de doelnetten vooraf moet checken en noem maar op. Ik kreeg ook een eigen tenue.
Echt zenuwachtig was ik niet – enfin: aan de ontbijttafel nog wél, maar onderweg al niet meer. Toen de wedstrijd begon, dacht ik wel even: ‘Wow, wat een tempo!’ Het ging veel sneller dan in alle wedstrijden die ik tot nu toe had gefloten. Na 4 minuten devieerde de spits van Berchem de bal in het paars-witte doel: 1-0 voor de thuisploeg.
Het ging er af en toe ook hard aan toe: in minuut 19 stopte een verdediger van Berchem een aanval van de bezoekers foutief af, en daar trok ik geel voor. De tweede helft begon al meteen met een opstootje toen een ingevallen speler een elleboog uitdeelde: alweer geel, al had het ook de andere kleur kunnen zijn (en dan bedoel ik geen groen!).
Sprintje trekken voor een aanval van Beerschot.Halftime: begeleider Marc geeft tips.
Mijn begeleider Marc waarschuwde me tijdens de rust dat ik in het laatste kwart goed gefocust moest blijven: spelers worden moe, trainers raken gefrustreerd, en dan kookt hun potje soms een beetje over. Inderdaad: eerst moest ik een Beerschot-speler een geel karton geven voor het foutief afstoppen van een aanval, daarna iemand van Berchem voor een gevaarlijke tackle. Niet echt slim, want die laatste had al geel, waardoor ik de tweede gele kaart moest bovenhalen – en dus ook de rode: de eerste keer dat ik dat in mijn prille scheidscarrière moest doen. Op de bank bij Berchem klonk veel protest, en ik moest ook een paar spelers (én een kwaaie coach) afwimpelen. En voor ik het eindsignaal kon geven, moest ik nog een keer naar mijn borstzak tasten: alweer geel voor Berchem wegens een veel te late tackle.
Resultaat: 3-1, met vier gele kaarten en één rode (2 x geel). Wat een wedstrijd!
Nadien overliep Marc met mij de wedstrijd. Hij gaf me een paar werkpunten mee als huiswerk – dingen waarop ik voortaan moet letten. Ik heb alleszins véél geleerd uit die ene wedstrijd. Maar één ding staat vast: ik vond het heel leuk om te doen. En ik ben stiekem toch wel een beetje trots!
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.